
s i i l i
" i •
Hi
waut, zoowel len gevolge der haar bereids medegedeelde verticale
kracht op baren weg door de (verticale) kraterkloof,
als ook ten gevolge van hare grootere specifieke hgtheid moest
de/.e rookzuil altijd loodi-egt opstijgen, de lacht voor zieh heendrijven
en hierdoor in elk geval eene grootere uitzettmg en
verdunning in deze rigting voortbrengen, waardoor alle drukkmg
zijdwaarts onmogehjk werd en de zijdwaartsche lucht-lagen
veeleer genoodzaakt werden naar het verdunde midden te
stroomen,!) (eene werking welke men bij elke losbranding
van kanon in het klein waarnemen kan, waarbij, zelfs op geringen
afstand van den mond, geene zijdelingsche di^ukking
der lacht bemerkt wordt). Bovendien liggen de omvergeworpene
bosschen 1500 tot 1 7 0 0 voet lager dan de krater, (namelijk
beneden Kendang Badak), op eenen afstand van 1 Eng.
mijl en meer van hem af.
Ilet ontstaan van dezen stormwind moet derhalve eene andere
oorzaak hebben en zekerlijk dezelfde, die m de Zwitsersche
Alpen, ZOO als algemeen bekend is, geheele bergwanden van
hun woadgeboomte ontbloot, namelijk: nederstortende sneeuwen
staif-lawines, die de lacht voor zieh weg drijven en daardoor
de woaden omverwerpen, alvorens nog de sneeaw zelve hen
bereikt heeft. De sneeaw werd bij de uitbarsting van den
Gedeh vervangen door vulkanische uitwerpselen (zand, rapilli,
lavabrokken,) welke, — misschien bij de eerste eraptie, die den
bodem van den krater opende en ontblootte, — in groote
massa's naar boven geslingerd werden, daama op de helling
van den berg nedervielen (als eene laag pain ter dikte van 2 ,
3 tot 5 voet,) — de lacht ter zijde ch-ongen en alzoo dien stormwind
veroorzaakten, welke de boomen heeft nedergeveld. s) —
Waren deze massa's volkomen vertikaal nedergestort, zoo zouden
zij (gesteld, dat de grond liorizontaal \Vas,) de lacht naar alle
zijden gelijkmatig hebben moeten verdringen en aldus de boomen
in eene van het centrum uit divergerende rigting moeten nederwerpen;
doch zij vielen, nadat zij van den krater af eenen boog
naar buiten hadden besclu^even, schains neder op eene schuine
helling en drakten derhalve de lacht meer naar de ééne zijde,
naar die van hminen vai, henen. Het is nataurlijk, dat de
hierdoor veroorzaakte storm- of rakwind, waar hem door zijdelingsche
rotswanden tegénstand werd geboden, bij voorkear in
de rigting der kleine lengte-dalen en Idoven voort loeide en
aldus de woaden streepsgewijze nedervelde.
Evenwel schijnen niet alle deze strepen te gelijker tyd neergewaaid
te zijn, — men vindt ook geheele plekjes bosch, die
hier en daar boven de nedergeworpene strepen zijn blijven
staan, ten bewijze dat de wind niet algemeen was; ook bemerkt
men inderdaad, bij eene naauwkeurige waameming, dat
boven elke omgestorte boschgroep de vulkanische eruptie-stoifen
bijzonder hoog opgestapeld zijn. Vermits de massa dezer Stoffen
zeer groot is en namelijk juist boven de omgeworpene bosschen,
in de nabijheid van Kendang Badak en de aldaar aanwezige
solfatara, zeer zware lagen daarvan zijn opgehoopt, (onder
welker eentoonig graaawe klem- gansche boschaadjes bedolven
liggen), kan men zieh over de kracht en het geweld van
dien stormwind en over de menigte der omgeworpen boomen
geenszins verwonderen.
0 Omdat de ledigheid welke dreigt te ont staan, naar aevostatische wetten ooge.ibUkkoIijk
weder moet aangevuld woi-den.
») „Staub-lawinen. "
3) Op dezelfde wijze als een ligt voorwerp op eene tafel omvcrgeworpen wordt,
wanneer in-zijne nabijheid een rast ligchaam - een bock, - eene band, Ycrt.kaal
ncdervalt,
i
•I !