
• 1
- TT
•" sp
I! , ' i , :
> • :'t ' "* ' . i ••:3 • -i ^ • • -
••• 1 -
f? - £ •
408
iiuaisclicu en eeiiig vee het leveii verloor. Misschien kwameii
vcleii daarbij orii, die niet vermist werden; zoo vond inen onder
anderen bij liet dorp Sirisek, in de nabyheid yan de zuidkust,
20 lijken, die door de rivier Progo zoo ver waren medegevoerd. —
Eerst op den 9 Januarij daalden de beken tot op eene mat.ige
hoogte, doch voerden zij immer nog heeten, dampenden modder
nederwaarts.
Het is blijkbaar, dat deze vernielende vloeden slechts door
atmospheriscli water zijn veroorzaakt geworden; hetzelve moest
zieh een bed banen door de gloeijende lava-brokken, — vverd
door dezelven yerhit, -vermengde zieh met de vulkanische asch,
vormdc op tlie Avijze modder, en op vele plaatsen rees hetzelve
eerst tot op eene aanmerkelijke hoogte, alvorens het, den hinderpaal
overwinnende, met snelle vaart doorbrak en de grootste
steenbrokken met zieh naar beneden wentelde. Er wordt bepaaldelijkgezegd,
dat de kloof der kah Pabilang de grootsiehoaveelheid
modderachtig water benedenwaarts heeft gevoerd; het
is, namelijk, in deze kloof, dat het grootste aantal beken uitloopt,
welke van de hellingen van den 9,590'hoogen Merbaboe,
waarop onophoudelijk stortregens nederstroomden, afkomen. Het
is derhalve natuurlijk, dat deze beek eene grootere hoeveelheid
regenwater afvoerde dan andere kloven, welke slechts op den
Merapi ontspringen en bij gevolg een korteren loop hebben.
In het berigt werd vermeld, dat aan de westelijke helling
van den Merapi drie groote dampzuilen opstegen en dat de
grootste massa modder op ^ een paar plaatsen in de kloof der
Belongkeng en in die der Pabilang opwelde, ter plaatse waar het
«voorgebergte Jaloepriti) gelegen is. Dit voorgebergte bestaat uit
heuvels van eenigzins hoog opstijgende ribben, en de uit de aarde
opgewelde Stoffen, zamengesteld uit « zwarten modder» of «water
met gloeijende aarde vermengd» is of slechts eene veronderstelling,
dewijl het verschijnsel wel door niemand van nahij
Ook de Javaner! hebben bij dergelijke gebeurtenissen zekero voorliefde voor
het getal dne - — „driewerf beefde degrond; — ¿nehevigeslagen werden gehoord;—
drie. ont7.ag(;helijkc groote dampzuilen Stegen op ; — en5!. —
409
is waargenomen geworden, of eene verkeei'de opvatting, dewijl
het water op eenige plaatsen voor een dam opgestuwd werd,
door de gloeijende lava aan het koken geraakte, den hinderpaal
vervolgens doorbrak en, naar het scheen, «opwelde.» —
Eene helder grijze asch neemt, wanneer dezelve vochtig en
met water vermengd wordt, eene donkere grijze, bijna zwarte
kleur aan.
Behalve deze kloven aan den westelijken en aan den zuidwestelijkenvoet
van den Merapi, werden insgelijks aan den zuidelijken,
en aan den zuidoostelijken voet des bergs eenige diepe beekkloven
geheel en al met vulkanische uitwerpselen gevuld, welke
op den ll'i"» Januarij nog zeer heet waren; ja, de beek Batang,
op een afstand van 20 palen van den Merapi (die gedurende de
eerste dagen der uitbarsting 6 ä 8 voet dikke rotsblokken had
medegevoerd), was op den II-'™ Januarij nog zoo heet, datmen
dezelve dien dag nog niet kon passeren.
AI de verschijnselen, welke met deze uitbarstingen vergezeld
gingen, komen derhalve hierop neder; dat vulkanische asch,
losse, gloeijende (niet volkomen gesmoltene) lava-puinbrokken
uit den krater zijn gestroomd, benevens eene groote hoeveelheid
^anwaterdamp, welke, tot onweerswolken verdikt, gedurende
de volgende dagen als slortregen nederstroomde en die, vermengd
met de asch en verhit door de gloeijende slakken, modderen
steenstroomen vormde.
üit deze voorbeelden, die, als aantoonende hoedanig de gebeurtenissen
zieh hebben toegedragen, tot een onderwerp van regtstreeksche
waarnemingen hebben gestrekt en historisch zeker
zijn, mag met grond worden opgemaakt: dat die vreesselijke
modder- en steenstroomen van den Galoenggoeng voor twee
maanden op eene volkomen gelijke wijze, uit drooge asch en
onweerregens ontstonden en door het entlasten van een meer,
dat in den krater gelegen was, nog veel grooteren toevoer van
water bekwamen en : dat op Javageen modder, als zoodanig,
in vloeibaren staat uit de kraters wordt uitijeworpen.
De asch en de modder bestaan grootendeels uit klei- (en
kiezel-)aarde en de uitdnikkingen «brandende zwavel», —
i
¡¡¡^[^pi
iilfiülltf!»(« «'if t
i