
31 LAWOE. ^
A. Topographisch overzigt,
Br. 7°, 38i/i'. — L. 111°,14'. — H. 10,065'.
Geheel afgescheiden van alle andere bergen, verlieft zieh de
Lawoe als een werkelijke kegelberg 10,000 voet boven de
vlakte, vv^elke, hoezeer in het midden des lands gelegen, echter
niet hooger is dan 28S' te Solo, 180' te Ngawie en 225' te
Madioen. Slechts aan de zuidzijde vormt hij een uitgestrekt
voorgebergte,i) dat van het oosten naar het westenloopt enmet
hetwelk hij zieh door middel van een 5,000' hoogen zadel
(waarop het bergmeer (telaga) Pasir, benevens de dorpen Serangan
en Gondo soeli gelegen zijn) vereenigt. Dit zuidelijke voorgebergte
maakt een gedeelte van den Lawoe zelven uit en wordt gelijk
de voet des vulkaans ten noorden, ten oosten en ten westen
van even laag gelegen vlakten van ter zijde begrensd; ook ten
zuiden wordt hij door een uitgestrekt en slechts weinig hooger
gelegen vlakland van de bergrijen van het zoogenaamde Zuidergebergte,
welke tot aan de kust voortloopen, gescheiden.
Op die wijze doet zieh de Lawoe voor als een bergeiland,
hetwelk aan alle zijden door diepe vlaklanden wordt omringd.
Aan de west- en aan de noordwestzijde, naar den kant van
den Merapi, naar Solo heen, bestaat deze vlakte uit een helder
grijzen, fijnen, kleiachtigen bodem van vulkanische asch, die
bij aanhoudende droogte hard en hobbelig wordt, en waaraan
slechts het geregeld bewateren eenige vruchtbaarheid tot het
bouwen van rijst bijzet; heeft het daarentegen geregend, dan
verändert de bodem in een leelijken, kneedbaren modder. Men
behoeft den «Spijker der wereld» 2) niet te benijden, dien niet
veel meer dan een dergelijke bodem is overgelaten.
Aan de noord- en aan de oostzijde echter, namelijk, aan de
'J Eene van de westelijke spitsen van dit voorgebergte heet goenoong Djopolarangan.
') Dit is een der titels van zijne Hoogheid den Keizer (Soesoehocnnan) van Solo.
421
zijde van Madioen, is de bodem donker grijs, bijna zwart van
kleur, die, wel is waar ook zeer kleiachtig en zwaar, maar
reeds vruchtbaarder is dan de vorige; aan de berghelling zelve
zijn het voornamelijk vruchtbare, met veel humus vermengde
aardsoorten, welke allerwege worden aangetroffen.
In een wijden halven cirkel 1) vloeit de kali Solo door deze
vlakte rondom den westelijken, noordwestelijken en noordelijken
voet van den Lawoe 5 aan hären oever, die eene hoogte
van 5 tot 15 voet heeft, bespeurt men de afwisselende lagen
van vulkanisch zand, gruis en asch, waaruit het bovenste 100
voet dikke (misschien nog dikkere) bekleedsel dezer vlakte
bestaat. De rivier Scheidt de vulkaanvlakte, •— gelijk men
dezelve kan heeten, — van de laag gelegen neptunische heuvelrijen,
welke zieh tusschen de noordkust en het bed der rivier
door geheel Midden-Java tot bij Sedajoe uitstrekken en welke,
behalve uit een molassoortigen zandsteen, voornamelijk uit kalk
bestaan.
Aan de oostzijde M'ordt de vlakte van den voet des Lawoe
insgelijks door eene groote beek, kali Géntoeng begrensd; deze
beek stroomt bijna midden door de tusschenvlakte van den
Lawoe en den AVihs, in de rigting van het zuiden naar het
noorden en stört zieh onder den naam van kali van Madioen,
gelijk dezelve gewoonlijk wordt genoemd, bij Ngawie, in de
kali Solo. Op dit punt, hetwelk uit een hydrographisch en
strategisch oogpunt zeer gewigtig is, vormen de beddingen dezer
beken 30 á 40 voet diepe kanalen; 2) deze kanalen heeft het
water zieh gegraven in vulkanische uitwerpselen, voornamelijk
bestaande uit een fijn, grijskleurig zand en, beneden dit zand,
in lagen van tertiairen zandsteen, (padas) waaruit insgelijks de
') Maar in minder wijden kriug dan op de kaart van Eaffles Staat geteekend.
') Op het punt waar beide rivieren te zamenvioeijen, bedraagt dediepte, naar
opgave van den kapitein-ingenieur Sebierbrandt, 32 voet; op een afstand van 1 paal
naar het zuiden heen, alwaar ter verbinding van den postweg een veer is aangelegd,
heeft de bedding 25' diepte; ten tweeden male loopt de postweg bij het eerste post-
Station Gentoeng over deze beek, welker bed aldaar slechts nog 15 voet diep is en
met zand en steengruis is gevuld; ten derden en ten Vierden male loopt de postweg
over deze beek in de nabijheid van Madioen. Zie lawoe, Figuur 4.
"Tt.
.Ii •• i4ß!
:: ir : ; ;
: -I
1 i
1