j-tiUffinr -Ä iii —^ .w -
i.
I i i iS
i
\
• i
i
? :!'
228
bladeron, tcrwijl de donkerbruine tint van het meer Pengilong
onveranderd blijft.
De tint, welke het meer Weurno, gewoonlijk de veelkleurige
geheeten, draagt, ontstaat waarschijulijk door een wit of geelachtig
bezinksel op den bodem, hetwelk zijnen oorsprong aan
eene solfatara verschuldigd is, welke aan den noordelijken oever
ligt. In de beek, welke uit dit meer stroomt, neemt men inderdaad
dergelijk bezinksel waar. Aan den noordelijken oever
is een klein gedeelte van het water, door eene strook kalmoes
planten, van het overige meer afgescheiden en maakt een langwerpig
tweede meertje uit, dat zonderbaar genoeg eenen zeer
donkeren, ja, zwartachtigen tint heeft.
8°. Telaga Troes-, dit meer ligt ten zuiden van den vlakken
bergrug, waarop de tempel Werkoedoro Staat; het is van geringeren
omvang dan het vorige, maar wordt, door nog grooter aantal
eenden bewoond, Een groot gedeelte van dit meer is insgelijks
met kalmoes planten begroeid, waardoor aan het water, schijnbaar
althans, gedurig minder ruimte wordt overgelaten. Een
digt woud begrenst, ten w. en ten z. den bodemloozen moerassigen
oever. De kah Toelis stroomt door het meer.
9°, Telaga Tjebong i), dit meer vult met zijne waterenden grond
van het läge en duistere dal, gelegen tusschen den Pakkoeodjo
en het buitenste zuidelijke kringvormige geborgte, hetwelk een
halven cirkel om den genoemden berg vormt; de eerste (oostelijk
gelegen) top van dit kringvormig gebergte heet nog g. Pakkoeodjo,
de tweede echter wordt g. Srodjo genoemd; de andere lager
gelegen toppen hebben geene afzonderlijke namen. De westelijke
oever wordt verder op vlak en breed, en vormt een uitgesti-ekt
terras, dat met een steilen wand in eene bergkloof nederdaalt;
op dit terras wordt, 6457 voet boven de oppervlakte derzee,
het hoogst gelegen dorp op Java aangetroffen; hetzelve wordt
Simpoengang geheeten. Van dit punt overziet het oog den Spiegel
van het meer, Avaarover het hooge woudgebergte, dat hetzelve
•ä
Ii
') Tjebong hect de pop der kikvorsch (de dondcrpad). — Ilet gewoon voedse!
der eenden en andere watervogels.
• v f