
'mm
lif
20
leedvvezcn geraakte deze ijverige zoöloog, onder het najagen
van eonige lijgerkatten, van het spoor en kon den top niet
bereiken. De nacht daalde met zijne graauv^^e nevelen en koortsen
op hem neder, en eene gevaarhjke ziekte dwong hem des
morgens naar zijne residentie terug te keeren.
Dus betrad ik alleen het eerst eenen bergtop, die vroeger,
naar de getnigenis der Javanen, (door vrees voor kwade geesten
van daar terug gehouden,) — nimmer door eenig stei^ehng
bezocht was geweest. i) Ook vond ilt nergens eenig spoor van
menschelijk bedrijf en drong met moeite längs kronkelende
rhinocerospaden door het ver overhangend« läge geboomte. Aldus
bereikte ik, door het woud, eenen kalen grond in het
midden van den top, waar een rliinoceros aan eene beek lag,
terwijl een andere aan den rand der boschjes weidde. Snuivende
sprongen zij op en snelden heen!
De kleine ceutraal-vlakte is ovaal, met eene zachte glooijing
vercUept en allengs afhellende naar het Z. W., waar eene
smalle rotskloof den rand van den top doorbreekt; op deze
plaats mischt het beekje naar beneden. In de schaduw der boschjes,
welke deze plaats omringen en met eene schei'pe grenslijn
daarvan gescheiden zijn, prijkten de 23rachtige bloemtrossen
eener Primula, die voorzeker eene der grootste botanische zeldzaamheden
en planten-geographische merkwaardigheden is. Althans
op Java is de Manellawangie de eenige piek, waar zij
groeit en buiten Java heeft men haar nog niet aangetrolFen.
Ik noemde haar Primula imperiahs. 2)
Voor de , 3 en maal bezocht ik dezen top in Julij
1839, November 1859 en Julij 1842.
' ) Door Kühl en van Ha s s e l t wordt de hoogte van dezon top opgegovcn 9400
voet te bedr ageu, (zie L .Ho rne r , Verh. van het Ba t . Gon. T . X V I I , over denGodeh,
pa g .5) ; doch die hoogte schijnt op enkele gi s s ing of op trigonometrische meting te
berusten, vermits uit andere omstandigheden blijkt, dat zij den top nimmer beklommen
hebben; onder anderen uit het aldaar voorkomen van zeldzame en merkwaardige
geivas sen, welke deze ijverige krnidkun'digen ommogelijk onvermeUl zouden
hebben gelafen.
' ) Zie Iiet Ti jdschr: voor Na t ; g e s ch: enz,, VI I . d. , Leijdcn 1840.
Ofschoon geene volksoverleveringen nopens uitbarstingen van
den Panggerango bekend zijn, bewijst toch het onderzoek van
het gebergte, dat het che in zeer hevigen graad moet hebben
ondergaan. Bijzonder schijnt de katastrophe, bij welke de groote
Z. W. kraterspieet ontstaan is, zeer geweldig te zijn geweest^
ook schijnt het, dat de werking van den vulkaan voornamelijk
de rigting van het W. Z. W. gevolgd moet hebben, waar de
kratermm^en het laagst zijn. Dit vermoeden wordt gestaafd door'
de merkwaardige omstandigheid, dat de geheele westelijke helft
van den berg, van Nagrag en Pasir-tadar tot aan Tanggil, (eene
uitgestrektheid, in grootte aan de landstreek van Pondok Gedeh
tot op den Megamendong gelijk staande,) volhomen onbevolkt
en door menschen onbewoond is, Halve dagreizen ver ziet men
hier geene koffijtuinen, geene dessa of hut, en de wouden dalen
bijna tot Tjitjoerroek, tot eene diepte van 1610' af. Ook ziet men
daar tusschen de kloven van de Tjikoeripan en Tjidanie op de helling
van den berg niet meer het regelmatige der lengte-ribben,
men ontwaart koppen, die zieh labü-mtisch door elkander verheifen
en de stomme getuigen zijn van eene geweidige verbrokkeling
en opstapeling van rots- (lava) massa's, welke hier
eenmaal plaats moet hebben gevonden. i)
Wat den eruptie-kegel van den Panggerango, de Manellawangie
betreft, sedert mijn eerst bezoek in 1859 is door den
hortulanus te Buitenzorg, (Tijsman) een weg van Tjipannas
naar den top en een tuin van Europesche vruchtboomen aldaar
aangelegd, tot welks aanplanting een plekje woudgeboomte van
ongeveer 900 • voeten gekapt werd. Hoe klein dit kaal gemaakte
plekje ook zij, heeft het reeds eene merkbare vermindering
van het water in de centrale beek van den top ten
' ) Deze zijde van den Pang g e r ang o , de minst bokende, wildste en ook merkwaardigsto
van het g ebe r g t e , verdient aan de nasporingon van tockomstige natiiur-
"iidevzoekers bijzondci' tc vs'ordon aaubovolen.
m