ÍÜÉiiiii iílír ínii 'ii '
J1
70
silisclit' iUiudüdeudi iiiiis schittereu, •—wanneer meii m de donkerc
scliaduw dezer bosschen de solfatara nadert, dan gelooft,
incn plotseling- cenen witten muur te zien, of een witte doek,
die achter de boomstammen uitgespamien, echter zeer dun even
als gaas, waar iets zwartachtig-graauws doorschemert; — treedt
men nog nader, zoo komt men in de kale ruimte, die gedeeltelijk
ten gevolge van de verwarming der naakte rotsen door de zon,
gedeeltelijk door de wärmte van beneden uit de verbitte diepte
opstijgcnde, steeds eene hoogere temperatuur heeft, dan de
omliggende bosschen.
Alle rotsen, van de grootste blokken af tot het kleinste
))rokje gruis (rapilli) toe', zijn. verbleekt en als met eene melkwitte
tint overtogen, maar zóó, dat iets zwartachtig-graauws
(>r door heenschemert en de kleur van het geheel, (die slechts
op eenen afstand gezien wit is, gelijk een vsdt gaas), vannabij
beschouwd, uit eene eigendommelijke ineensmelting van wit met
donliergraauw ontstaat. Daarbij komen nog witachtige dampen,
die het geheele plekje benevelen en door welke slechts enkele
vlekken van eene zwavelgele kleur heenschemeren.
De breedte van de Kav<fa van het N. 0. naar het Z. W. is
omstreeks 500' en van boven naar beneden, van het Z. O. naar
het N. W. afdalende, omstreeks 700z i j ligt in eene eenigzins
inspringende bogt van de berghelling en vertoont zieh als een
verscheurd, in alle rigtingen met kloven doorsneden gedeelte van
dcze afhelling, waarvan zoowel de voren, als de Ideine ribben,
(die uit puinbrokken en gruis bestaan), van dampen doorwoeld zijn.
Waterdampen; — zwavelzure dampen, die uit dtiizende langwerpige
reten en ronde gaten en somtijds uit ciiindrische kanalen
met hoogeen door zwavelbedekteranden, eenige sissend, andere
dof bruischend uitbreken; — verbitte grond; — met dampen
vervukle, naar zwavel ruikendelucht; — gesublimeerde zwavel,
dikwijls in den vorm van sterren met lange punten, alsmede
grootere zwavel-kristallen, komende beide deze (zwavel) vormcii
vóór rondom de openingen en spleten, of liggende onder de
Jjogten der rondom verspreide steenblokken ; ^—rotsstukken van
vin'schillcnde groo ( le, d<í meeste >/.i. tot 3, vele 5 lo! 10 en