
4-i
Iii
SS
)!i
I V
Jl'
Iiit
317
grondslag, maar is in tegendeel met rotsbrokken opgevuld, die
woest op en over elkander liggen en een berg van puinbrokken
vormen; deze massa strekt zieh niet slechts van het
eene einde des kratermuurs in cene dwarsehe rigting tot aan
het andere einde uit, maar schuift voorwaarts in het binnenste
gedeelte des kraters naar het zuidwesten heen en vult ongetwijfeld
het grootste gedeelte des kraterbodems. Welig met
geboomte begroeid, treft men voornamehjk Thibaudia vulgaris
en Acacia montana onder hetzélve aan; het digt gewelfde loof
en de zware stammen van dit geboomte duiden een veel hoogeren
ouderdom aan dan het geboomte op den Sindoro schijnt
te bezitten, hoewel het in dit opzigt nog verre beneden de
vs'ouden Staat, welke op den Manellawangie en op den Tjerimai
voorkomen. De puinhoopen-berg is vlak-bolvormig van gedaante;
deszelfs oppervlakte is echter zeer oneiFen en op dezelve worden,
behalve brokken van middelmatige grootte, huishooge rotsstukken
aangetroffen, die allerwege gelijk rotskolommen, torentjes
of kleine slotrumen tot 50 voet hoog boven de andere
puinhoopen uitsteken.
Vooral längs den rand van den uit puinhoopen bestaanden
berg liggen tusschen denzelven en het noordeinde van den kratermuur
eenige alleen staande blokken van verbazende grootte
verstrooid, die slechts een enkel stuk uitmaken; anderen bestaan
uit talrijke op eUtander gehoopte stukken en vormen torens,
op welker spitsen menigwerf de fraaiste Acacia- en Thibaudiaboschjes
groeijen, terwijl de vpanden naakt en woest zijn. De
puinbrokken hebben scherpe kanten, terwijl dezijden een gladden
of vlak-schelpachtigen vorm bezitten, doch overigens geheel
onregelmatig en onbepaald van gedaante zijn. De meeste steenen
gelijken echter op vierzijdige prismata of scheeve teerlingen.
Eenige derzelven hebben zulk eene ligging en zijn op eene dusdanige
wijze aan alle zijden loodregt gevormd, dat men zou
gelooven dat de boomgroepen, welke op den top worden aangetroffen,
ouder zijn dan de verwoesting of de omkeering, die de
puinmassa deed ontstaan, — en dat de kolomvormige stukken
staande gebleven gedeelten zijn van den kralermuur, die met
I
; ! ,:
.! !
: r II
' ' ' II
äi
I
t