
iiflttun»«'»!
f:
74
zokleu nalaal. jaarlijks eenigc iiialea, oiider ceu brüllend gc-
Juid, asch, Zand cn steenen uit te werpcn en de nabij gelegene
groene vlaliten daarmedo te bedekken.
Hij behoort tot de bergketen, welke het dal van Garoet
aan zijne N. westzijde begrenst, en is niet uit den hoogsten
kam van de bergketen, maar uit de Z. oostelijke (0. Z. oostelijke)
helUng uitgebarsten, wordende door den top onmiddelijk
achter zijnen krater tot volle 550' en nog liooger in het N. 0.
door de kruin van den naburigen bergrug «G. Agong», welke
de hoogste dezer keten is, in hoogte overtroffen. Zijne binnenste
zijde is bij gevolg met de bergketen, waar liij tegen
aan ligt, ineen gesmolten, en alleen zijne buitenwaartsche
Z. oostelijke en gedeeltelijk zijne zuidelijke hellingen zijn vrij
en vormen de voorste helft eens kegels, die steil, doch gelijkmatig
tot den ingescheurden, getanden top, namelijk den kraterrand,
omhoog stijgt.
Geen grashalm versiert den Goenong Goentoer; van den voet
tot den top geheel kaal, verheft hij zieh, in het donker koloriet
van zwarCachtig-graauwe uitwerpselen, als een beeld van
verwoesting. Hij is benevens de helling der naburige bergen
geheel met zand en brokstuliken van lava bedekt, waardoor
de vaste trachietrots (waaruit zijn kern bestaat?) tot aan den
rand van den kratermuur zelven, verborgen wordt.
De verscheidenheid der lava is hier grooter dan bij eenigen
anderen vuurspuwenden berg van dit eiland. Behalve geheel
schuimachtigei) poreuze, aan hunne oppervlakte gelu-ulde lavablokken,
die men gemakkelijk tot stof kan verbrijzelen, vindt
men stukken van Obsidiaan, zwart van kleur, aan de randen
doorschijnend even als glas, met slechts weinige luchtblaasjes, —
voorts trachietische, porphierachtige lava-soorten met groote
onveranderde kristallen cn kristal-groepen van veldspäth, of
zulke lavasoorten, die bijna tot slakken veranderd, evenwel
nog vast zijn, met geheel en al veranderde veklspath-kristallen,
die men slechts nog als matte, krijtwitte vlekken herkent;
') ..Vpvsclüm'kte."
eenige zijn donker van kleur, andere rood als gebakken steenen;
men vindt ook sponsachtig ligte stukken puimsteen, meestal
van geheel witte of zilvergrijze kleur, terwijl vei'bazende massa's
zand, uit de verbrijzeling van al deze veelsoortige producten
ontstaan, daaronder vermengd liggen. Uit zulke Stoffen is de
kegel gebouwd. Zij liggen alle woest door elkander, zoodal
het naauwelijks mogelijk is, aan te wijzen, door welke uitbarstingen
de verschillende producten ontstaan zijn, Aan eenige
zijden des bergs, b. v. aan de zuidzijde, waren zij in 1837
klein, door zand en asch (welke eerst door den regen na beneden
gespoeld, tlaarna verhard was), te zamen gebakken en
daardoor vereenigd tot eene tamehjk vlakke afhelling, waarop
men zonder geväar omhoog kon khmmen; aan andere zijden
bestünden zij uit onregelmatige, hoekige, 2 voet (1—3') dikke,
losliggende brokken, die de voorzigtigheid des beklimmers bespotteden
en hem, wanneer zij aan de steile afhelling in beweging
geraakten, dreigden te overstelpen, terwijl groote blokken
van 5, 10 en 15 voet diameber slechts schaarsch tusschen
de andereil verstrooid lagen. Vele plaatsen waren geheel met
fijn zand van eene geelachtig-bruine kleur bedekt en vormden
lange strepen, van welke men als van een ijsberg in een oogenblik
kon afglijden (wel is waar in eene stofwolk gehuld), maar
die het veel moeite kostte, weder op te Idimmen, dewijl het
zand, even als het stuifzand der duinen onder de voeten
week.
Zulke uitgeworpene massa's breiden zieh nog ver om den
voet des vulkaans uit en vormen velden van lava-puin, woestenijen
van een wild en akelig voorkomen, die bij elke nieuwe
uitbarsting in omvang toenemen en de schoone dorpen Trogon
en Garoet, gelijk een tweede Pompeji, dreigen te begraven.
In eene Streek boven Trogon (aan den 0. Z. Oostvoet des bergs)
vindt men een merkwaardig labirint van poreuze, aan hunne
oppervlakte slak-achtig gekrulde lavablokken, die veel minder
breed en dik dan hoog zijn en, bij de aanmerkelijke hoogte
in eene regt op staande,van 1 0 - -15' toch eenigzins schuins
ran den bci'g afgekeerde ligtiiig digt aan en op elkander gei>,
1, I
I.