1 5 0 B ë s c h r y v ï n g v a n
^ ‘E toepaiïelyk is, als zynde die altemaal op het
LUI. 'Land, o f op de Velden, in Sweeden, waar-
H o o f d - genomen. Dergelyken , doch niet volkomen
s t u k . eveneenSj heeft ’er Doktor S c o p o l i in Karni-
olie gevonden. Ook vindt men , omftreeks
Parys, volgens G e o f f r o y , verfcheiden Blad-
Wespen, die meer o f min met dezelven over-
eenkomftig zyn. Het verfchil van ’t Klimaatj
en van de Gewaffen, zal waarfchynlyk hier
in aanmerkelyke verfchillendheden veroorzaa-
ken: het welk te meer te denken is , om dat
’er verfchil van Kleur plaats heeft in eene zelfde
Soort.
In die Blad-Wesp, naamelyk , welke hy de
Hartdraagende ' Zaagvlieg noemt, is door hem
waargenomen, dat ’ er zyn , welke het gehee-
le Agterlyf, de zes Pooten en de Sprieten,
vaal hebben: terwyl anderen de Pooten wel
vaal hebben, doch de Sprieten zwart, en fom-
migen het Agterlyf van boven zwart, de zes
Pooten vaal. Gemelde Blad-Wesp voert, wegens
de witte Vlakken op het Borscfiuk, dien
zonderlingen naam (*}.
xix. 0 ^ 0 Blad-Wesp met Sprieten van zeven Leedj
e s a be t L y f zw a r t , de F o e ten rood.( f)
Dee-
(*) LaMouche a Scie Porte-Coeur. Hifi. da Inf. env
Par. Tom. II. p. 278. Tenthredo. Sp. 15.
(19) Tenthredo A nten n is fep tem n od iis , C o rp o r e atro , Pe-
dibus m b r is . Syfi. Kat. X.
<t) De roodheid der Pooten o f Voeten , wordt van
Doktor Scopoli een bedrieglyk Kenmerk geheten, Entom,
Carn, p. 278.
d e B u d - W e s i e n . 157
Deeze was zo wel door hem, als ook door V.
ai Pil PI F. L
Doktor Scopoli, in Karniolie, waargenomen, LI1L *
en aangezieh z y beiden de langte Hellen op Hoofu-
v y f Lynen, zou men daar uit kunnen beflui- stuk.
ten, dat de grootte van alle deeze Soorten,
welke Linnasus middelmaatig noemt, omtrent
ware als die der Blad-Wesp van onze Afbeelding
in Fig. 7 , op Plaat X C V ,
Men h e e ft’e r , op het Land, in Sweeden, 0vaUt
nog eene gevonden, die de Eyronde genoemdEytonde.
wordt, om dat zy het L y f van die figuur
heeft, zynde van geftalte als de Blad-Wesp
der Pynboomen, maar met het Borstftuk van
boven ros (*>
(20) Blad-Wesp wet Sprieten van zeven Leed- xx.
jes, het Lyf groen , het Agterlyf van bo- Gzo&ac.
ven bruin.
(2 1 ) Blad-Wesp met Sprieten van zeven Leed- Xxi.
jes, die het Lyf geel heeft, en de rib der*£'de
bovenjle Wieken , overlangs hopende § Roozen;
zvoart.
Op de Bladen der Roozeboomen aast het
Mas-
• f*) Tenthredo Ovata, Antennis feptem - nodiis , Corpore
atro, Thorace fupra rufo. Faun. Snee. Ed. II. N. 1553.
(20) Tenthredo Antenms feptemnodiis , Corpore viridi,
Abdomine fupra fusco. Syft. N a t . X*
(21) Tenthredo Antennis feptemnodiis, Corpore flavo,
cofta Alarum fuperiorum longitudinali nigra. Faun. Stut,
929. Roes, Inf. II. Vefp. T. 2. Reaum, Inf, V. T. 14. h
10- 13.
I. Deel. xii. Stuk,