v . een Vlieg voort, van eene Mugagtige Geftal-
L X Iv " te ’ met ^et L y f lang en rolrond, van Kleur
Hoofd-’ Kaftanje-bmin, de randen der Ringen en dePoo-
stu k. ten geelagtig.
XII.
Trinjraria. (12) V lie g , die de Sprieten Draadswyze aan
de tip met een Borjieltje heeft, het Agter-
lyf met drie ryen mn zwarte Stippen ; het
Eorstjluk eenkleurig, de Wieken ongevlakt.
Dus verfchilt deeze, die in Sweeden voorkomt,
zeer weinig van de voorgaande Soort,
welke j zo wel als de Tiende, door den Heer
G r o n o v i u s tot een Inboorling van de Nederlanden
wordt gemaakt: het welk my zeld-
zaam voorkomt; dewyl ik niet weet, dat iemand
ooit , hier te Lande , het Infekt, Leeuw*
Worm genaamd, heeft waargenomen.
xin. ( 13 ) V lieg, die de Sprieten geknodjt en fpits
Conopfoi. heeft, mn onderen famengegroeid; het
agtigeIieS* •£-}ƒ zwart, het Agterlyf met drie geele
Gordels.
Deeze is minder gemeen in Sweeden, alwaar
thans nog een Soort ontdekt i s , Anilis
of
. ( i a ) Mufca Antennis Fila t's apice lè t ig e r is ; A bd om in e tri*
fariam n ig ro p o n& a to j Thoxace u n ic o lo re , A lis immaculatis.
Syft. Nat. X.
( 1 3 ) Mufca Antennis Clavatis mucronatis baf! coadunatis;
Corpore a t ro , Ahdominis cingulis tribus flavis. R e a u m . In/. IV»
T . 3 3 . f . 1 2 , 13 .
b f de Oudwyffche gebynaamd, die de Sprie- V.
ten Draadswyze ruig en ftomp heeft: hét L y f ^
met eene wjt grysagtige Wolligheid bekleed, jjoofd-
hebbende dé grootte byna van een Huisvlieg, STUK*
doch langwerpig zynde van Agterlyf.
II. Die ruig zyn en gepluimd.
(14 ) Vlieg met gepluimde Sprieten, ruig en xtv.
zwart, het Agterlyf mn agteren r o s • EombAin^
( i j ) Vlieg met gepluimde Sprieten, ruig en xv.
zwart; het Borjijluk) de tip van 7t Agter-
lyf en de Wieken by ft Gewricht, O mn- Oeknevel-
jekleurig hebbende-.
Dus is de Kleür van ft Mannetje in deeze
Soort: het W y fje heeft hét Borftftuk graauw
en de tip van ft Agterlyf wit. Z y komen in
de Bosfchen en Tuinen, doch zeldzaam,
voor; behoofende onder de grpotfte Vliegen*
(16) Vlieg met gepluimde Sprieten, eeniger- xvr.
madte ruig en zwart, hebbende het Schild- L^fan^fë.
je Roefikleurig en om het Agterlyf drie
witagtige Gordels *
m Die
f14) Mufca, Antënnis Plumatis tomentofa nigra; Abdomine
Hirfuto, poftice. rufo. Syft. Nat. X.
f is ) Mufca Antennis Plumatis tonientofa nigra ; TKoracë
Abdominis apice, Alarumque bafi fulvis. Faun. Snee. 109Ö.
& 1071. foeriiina.
(16) Mufca Antehnis Plumatis fiibtdtnentofa nigra 5 Scutelld
ferrugineo; Abdomine cingulis tribus albidis interruptie
Syft. Nat. X.
I. Deel. xil. Stuk. H h 2
ü