V.
A fd e e i
LVII.
Hoofds
tu k .
Wreed«!-
tigheid.
Kleutns-
heid. .
wils ontdaan ’er Tweegevegten , in welken
één van de Partyën fneuvelt.
„ Tegen ’t begin van Oktober openbaart
„ z ig , in ieder N e ft, een zonderling en gru-
, , welyk Schouwfpel. De Wespen denken dan
„ niet langer om de opvoeding van haare Jon-
, , gen: zy worden, z e lf s ,. van tedere Min-
,, nen, onbarmhartige Teeyen. Alle natuur-
„ lyke liefde'aan een zyde zettende, gaan de
, , Mannetjes en Werk-Wespen, met geweld,
, , aan het wegdraagen van de Wormen, die
,, in hokjes zitten, welke nog niet geflopten
„ zyn, en dus wordt het een algemeene Kin-
3, dermoprd. Zullen wy de reden tragten te
, , giffen van deeze oogfchynlyke barbaarfch-
, , heid? Is het, om dat zy zig van de Jongen
„ ontdaan willen, die zy niet meenen te kun-
„ nen opvoeden, o f die zy oordeelen niet te
„ regt te zullen komen, wegens de aannade-
3, rende Koude van ’t Saizoen; daar de fterk-
„ fte Wespen naauwlyks beftand tegen zyn?
, , De Koude, immers, heeft op deeze In-
„ fekten veel aandoening ! Zo dra het, des
, , nagts, een weinig begint te rypen, komen
„ z y niet te voorfchyn, dan 3 wanneer deLugt
3, een weinig verwarmd is door de Zon.- Als
3, de warmte van den Dag zig doet gevoelen,
„ verhaten de Moer - W espen het binnenffe
„ Van het N e ft, en vergaderen z ig , troeps-
3, wyze , op ’t omkleedzel van hetzelve o f
, , digt daar nevens: zy ftapelen zig op elkan-
„ der
„ der en houden zig geruft en ftil. Wanneer Af^ hu
3, de Koude grooter wordt, hebben zy zelfs Lv il.
3, de kragt niet, om ter Jagt te gaan op deHooFD-
„ gemeene Vliegen, die in het Neft komen :STqK'
, , de Koude doet haar eindelyk fterven. Daar
3, zyn maar weinige Moer-Wespen die over-
, , bly ven, en deeze brengen den gantfchen Win-
, , ter zonder eeten door: want zy verzamelen
,, geen Voorraad gelyk de B yën, en, al deeden
„ zy dit, zy zouden ’er geen genot van heb-
„ ben. Ik heb dikwils in een Wespen-Neft
, , Suiker, Honig en andere dingen, welken zy
„ in de Zomer opzoeken , gedaan : doch ’s
, , Winters raakten zy die niet aan. Ook gaan
„ z y , zelfs in het Zomer-Saizoen, nooit dan
„ by mooy Weer uit: bygevolg moet ’e r, als
,, ’t flegt \Veer is , een algemeene Vaften zyn
, , in de Satnenleeving. In Regenagtig Weer
„ zyn zy ook zo vlug niet, en, na eenige
„ Dagen Regen, is haar Afgang dun als Wa-
,, ter. Het fchynt dat z y , in de Maand Ok-
, , tober, zelfs te zwak zyn , om de Vliegen
„ aan te taften, die anders haar gewoone Aas
„ uitmaaken. Alle die i k , in dat Saizoen,
, , van het Land terug zag komen, hadden aan
„ haar Bek een druppel V o g t, in plaats van
vafter Spyze.
, , De ruimte, onder den Grond, die doorBskwas».
3, de Wespen bewoond wordt, bewyft, dat\vcSpcnl
„ zy 3 van Natuure, groote Mynwerkers zyn,
„ en veele bekwaamheid hebben om in de Aar-
I. DEEL. XII. STUK. S 3 s» de