V. Graveel - Kolyk. Het Voorwafch kan met
LVIII * vmgt tot rypmaaking van Gezwellen gebezigd
H oofd- worden, ’t Gebruik van Entwafch , groen
stok . Wafch , rood Wafch en andere Samenftellin-
gen, is wereldkundig.
(18 ) B y , die ruig is, met het Borstjliik graanw,
het Agterlyf bruin, de Pooten overal
Haairig.
Deeze Byën, zeer naar Honigbyën gelyken-
d e , onthouden zig in een drooge Zandige
Grond, waar in z y , digt by elkander, veeje
Gaatjes maaken , tot ieder zyn byzondere
Wöoning. Men g e e ft ;’e r , om die reden,
thans den Bynaam van Holengraavers aan (*_).
XVIII.
Subterranea.
Onderaardfche.
xix. ( 19 ) B y , die het Borstjliik en Agterlyf wit
^BonfeT2" bont beef t -
Deeze is kleiner en komt in Sweeden menigvuldig
voor.
xx.
Roftrata.
Bekkige.
(203 B y , die de Bovenlip Kegelvormig heeft en
omgeboogen, het Agterlyf met breede Zeegroene
Streepen.
Aan
(18) Apis pubefcens , Thorace grifeo, Abdomine fufco,
Pedibus undique Villofis. Syfl. Nat. X.
(*) Apis Cunicularia, Faun. Sues. Ed. II. p, 422. N. 1698,
(19) Apis Thorace Abdomineque albo , variegato. Sy/im
Nat. X.
(~°) Apis labio fuperiore conico inflexo; Abdominis Faiciis
glaucis repandis. Syfl. Nat. X. Apis Pedibus Maxfllisque fla«
vis , apice nigris; incifuris Abdominis glabiis, margine nigtis.
Faun, Suec. 999, It. Cotl. 246,.
Aan den Ryweg, in Gothland, vondt L in- v -
deeze Sooit van Byën; die men aldaar
Jord-Bn , o f Aardbyën noemt; by geheele Hoofd •
Zwermen vliegen. Zy maaken ieder een by- STUK-
zonder Holletje o f Neft in de Zandheuvelen,
voor een enkel Jong o f Worm; gelykerwys de
Wespen. Deeze Worm, nog in zyn Dop be-
flooten, was met denzelven van grootte als
Eikels. De Byën ze lf waren zo groot als een
gemeene Wesp: zy hadden de Oogen, Bek en
Pooten, geelagtig; het Borstftuk en Lighaam
zwart; doch ieder Ring des Agterlyfs, in ’t
midden, getekend met een geele dwarsftreep.
De Wieken waren Zeegroen, met veele Aderen
doorweven.,
C213 B y , die zwart is, met de voorfhe Pooten xxr:
uitermaate ruig; het Agterlyf, dat geel ge-GzmotdZ
vlakt is, aan ’t end met veele puntjes.
By met v y f Haakjes wordt deeze Soort van
G e o f f r o y genoemd, om dat dë gemelde punt-
jës, aan den Aars, Haakig omgeboogen zyn.
Die Haakjes, egter, zyn alleen in de Wyfjes
en Mannetjes, en ontbreeken, zegt h y , in de
Werkbyën. Hy tekent nog aanmerkelyke ver-
fchillendheden aan, tuflchen die van ver-
fchillende S e x e , onder deeze B y ën , en
z e g t , dat dezelven in de Zomer dikwils
(21) Apis nigra, Pedibus anticis hirfutiflïmis; Ano multi-
dcntato; Abdomine maculis flavis. Syfl, Nat, X. •
I. DEEL. XII, STUK.