V. grooter dan een Huisvlieg: zy heeft het Borst*
' LXlv’ bruin AsGhgraauw, Haarig ruig, met een
H oofd- geele tip: de Oogen bruin met een donkere
stu k. dwarsftreep; de Wieken als getaand: het Ag-
KaméUon. ^eiIjyf Ovaal, zwartagtig, met ieder Ring
wederzyds, aan de tippen, niet in ’t midden,
geel; uitgenomen de vierde, die door een geel
Driehoekje is bepaald: de Sprieten geknodst
met fpitfe punten: de Onrusten w i t : de Dyën
der Pooten zwart, de Schenkels geel.
R e a um u r merkt aan, dat deeze Vlieg drie
zeer duidelyke Kenmerken heeft: de Sprieten,
naamelyk, die lang en Driekantig zyn: de
twee fpitfe Puntjes aan het Borstftuk, welke
dikwils tot over den eerften Ring van ’t Ag-
terlyf zig uitftrekken, en dan verder, dat zy
de Wieken kruislings over elkanderen legt. Hy
hadt ’er driederley gevonden; fommigen langer
doch tevens platter van L y f dan de Honig-
b y ën; fommigen zeer klein , en anderen van
middelbaare grootte. In de Kleur was ook
eenig verfchil. Eerst uitgekomen hadden zy
het L y f bleekgroen, welke Kleur, in fommigen
, van onderen Rand hieldt, doch in de
meeften feuiljemort wierdt. Vanboven was,
in eenigen, het L y f geheel zwartbruin, met
Banden van de laatftgemelde Kleur aan de fa*
menvoeging der Ringen, op de Rug zeer fmal,
doch niettemin famenloopende. In anderen
liep een breede zwartbruine Band over de Rug,
en de zyden van het L y f waren feuiljemort-
Het
Het Borstftuk o f de Halskraag was bruin, met^FDvE.EL.
de Stekels geel, doch aan de punten byna zwart, l x iv .’
H oofd(
4) Vlieg. die Id e S■pri.ete.n D raad. swy|ze en ge- stuk.
knodfl beeft; het Schildje tweetandigzwart; iv.
......_ Miert le o t t . het Agterlyf zwart met witte Streeken , op' Kleine»
de zy•den.
De eze, die de helft kleiner is dan de voorgaande
Soort, heeft, op de zyden der Ringen
, een fmalle dwarsftreep en de tandjes van
het Borstftuk zyn Roestkleurig, volgens de be-
fchryving derSweedfche Dieren. G ron ov iu s
heeft deeze V lieg, onder de Nederlandfche Infekten
, aangetekend (*)»
Q ) Vlieg, die de Sprieten Draadswyze en ge-H
knodfi heeft; bet Schildje tweetandig zwart; waterhei
Agterlyf groen, in ’t midden zwart ge*
ringd.
Meer o f min fchynt deeze naar de voor-
gaanden te gelyken. Men vindtze beiden zeïd-
zaamer in Sweeden dan de Kamelion - Vlieg.
G e o f f r o y hadt de laatfte, die fchoon heldergroen
was, ook te Parys gekreegen. Doktor
Sc o p o l i fpreekt van een Vlieg, die over de
ftaande Wateren loopt in Karniolie, en hetgeheele
(4) Mufca Antennis Filatis clavatis, Scutello bidentato nigroj
Abdomine atro , Strigis lateralibus albis. Syfl. Nat. X.
(*) A ll. Helvet. Phyßco Math. Med. Vq.^. V. p. 405.
(s) Mufca Antetmis Filatis clavatis, Scutello bidentato ni«
gto; Abdomine viridi, medio nigro annulato, Syß. Nat. X,
I.DEEL, XII. STUK,