V. 'jen , fomtyds voortkomen. Het is niet on*
A LVBL’ waarfchynlyk, dat de Maden der eigentlyke
H oofd- Boor - Wespjes* van deeze Gallen, door hun
stu k. vernield worden , en dat z y dan derzelver
plaats inneemen, gelyk R e a u m u r verhaalt.
R o e s e l heeftze, i a haare fchoone Kleuren,
getragt a f te beelden.
(54) Rupsdooder, die verguld groen is, met
de Sprieten zwart en een roode Stip op de
‘r Wieken. ~r' . . - \ _
In het Masker vaö de Langpootige Vlieg
der Jene ver boomen , onthoudt zig het Wormpje
van dit Wespje, dat de- grootte -maar van
een Luis heeft. Het Wormpje -is rood, de
Pop Eyrond, doorfcfeynende, van Waterige
kleur.c h bR’-dov' aapjo
l v . ( s s ) Rupsdooder, die verguld blaauvo is, met
dlrPopT* bet Agterlyf glanzig grom>s de Ppoten
Pen* bleek.
Uit de Poppen van verfchéiderley Kapellen,
zélfs uit die van de groote Aurelia o f Gouden
Vlinder, komen dcrgelyke Wespjes- voort,
die ongemeen, klein zyn ; hoedanigqn de Heer
d e G e ë r ’e r , uit die kleine. Rupsjes, welke de
. Blaf54)
Ichneumon Amatus viridis, Antennis nigtis, pun&o
Alaium rubro. Faun. Suec. 987.
( 55) Ichneumon Auratus cseruleus, Abdomine viridi nitido,
Pedibus pallidis. De Geer, In/, I. T, 30, f. 18. Roes. In/.
SI, Vefp, T. 3.
LIV.
J um p e r i,
van den
Jeneverbo
om,
Bladen van den Appelboom, tuflehen de beide V.
oppervlakten, uitknaagen ("*), gekreegenhadt.' *
Men ziet derhalve, dat de Natuur, daar in,HooFD-
geen evenredigheid heeft waargenomen. ■ ■ ST;UK*
I • . ; „* Zie ’t
(56) Rupsdooder, die verguld groen is, mat bkdz^V.
. het Agterlyf zvoflrt, op de Rug een paqrfcb* lvi.
L a r v a -
rum.
der Rup,
fen.
agtige Flak; de Pooten geel; de Sprieten
van zeven Leedjes.
Gemelde hoedanigheden zyn naauwlyks dan
met een Vergrootglas waar te neemen in dit
Wespje, het welk voortkomt uit de Maskers
van verfeheidèrley Kapellen.
C57) Rupsdooder, .die verguld groen is, met l v i i .
het Agterlyf bruin, aym-’t Gevorichp bleekyl
gebamleerd; de Pooten geelagtig. -. t Gaii-we«-.
D it , byna oiizigtbaar kleine W e sp je , onthoudt
zig in de Wormpjes van de Gall-Wespen
der Gladbladerige Wilgen niet roodagdge Takjes,
hier voor befchreeven f . Het verfchilt in f bi. 133
’t maaksel der Sprieten, en in Geftalte, weinig
van de voorgaanden.
In de Wollige witte Galletjes, aan de takjes GaiUrum
van den Eikeboom, is door den Heer S o l a n -
d e r een zeèr kleine Soort van Wespjes gevonden,
(56) Ichneumon Auratus viridis, Abdomine nigro, macuM
Doriäli purpurafcerite 5 Pedibus flavis; Antennis feptemnodiis.
De Geer. AU- Upfal. Manufcript.
( 57) Ichneumon Auratus viridis , Abdomine fufco , bafi
clngulo pallido ; Pedibus flavelcentibus. Faun. Suis. 94a.
I. Deel. x i i . Stuk. O 2