A fd eel . In Sweeden is deeze door den Heer B e r g -
LVii. man gevonden.
H oofdstuk.
C^O Wesp, die den tweeden Ring van het Ag-
Rumjiris, tei'h f grooter , en met twee ovaale witagtige
Steen- Wakken heeft, de Pooten én Sprieten Roefl-
WesP* kleurig.
Aan den Zuidkant der Steenen maakt deeze
haar Neft, uit lamengehoopte Pypjes, volgens
R o l a n o e r .
IX.
CearUtta,
Smal-^Ly.
vige.
(9) Wesp , die het eerjie Lid des Agterlyfs
Tregteragtig; het tweede als een Klok en
zeer groot beeft.
De Heer G e o f f r o y geeft de afbeelding van
dit Wespje in ’t groot, onder den naam van
Wesp, met den voorjlen Ring des Agterlyfs als
een Peer3 den tweeden Klokswyze ( * ) . De lang-
te, zegt hy, is vyf Lynen, dat is omtrent
een half Duim. Doktor S c o p o l i heeft haar
ook in Karnïolie gevonden. De Kleur is zwart,
met eenig Zwavelgeel, by Stippen en Vlakken,
waar onder een ringetje om het Agterlyf,
( 8 ) Vefpa Abdominis fegmento fecundo m a jo r e , maculis
duabus ovatis a lbid is ; Pedibus Antennifque ferrugineis. Syft*
Vtfpa Abdominis primo articulo infundibuliförmi fe-
S? ?.T maximo- 3». w f p
(*) U Guêpe, a premier anneau d u Ventre en Poire & le
feeond en C lo che . Hift, du Inf, tnvt Paris. T om . £ p .
ivf, tuflchen den eerften en tweeden RinS> Afd^‘el>
een Streepje op zyde, en de ringetjes aan het LVn.*
agterend, uitmunten. H oofd-
F r i s c h geeft ’er den naam van Pillen-Wesp STUK *
aan, wegens de gedaante van haar Neft, het^“^'
welk zy maakt aan de Steelen der Planten, inzonderheid
aan die der Heide. Het is verwon-
derlyk, zegt hy, hoe zy dit Neft zo vaft en
digt, van Kley of Aarde, in de open Lugt,
aan dorre Takjes weet te maaken, dat het heiland
zy tegen Regen en Sneeuw, en in ftaat
om de tedere Jongen te befchutten voor de
Winter-Koude : doch zulks zal aan het ge-
weefzel, daar zy het van binnen mede bekleedt,
toe te fchryven zyn. Zy bouwt het
Neft van Kley, brengt ’er een Spin of Rups
in, legt daar een Ey op en ftopt dan de ope-
ning met Kley toe. De Made is door hem ook
afgebeeld. Men vindt ’er maar ééne in ieder
Neft.
(ioj) Wesp, die het Agterlyf met vier geele x-
Banden heeft, waar van de derde afgehro- Akk«^*
ken is. wesp.
Behalven deeze, die in de Akkers huishoudt
in Sweeden, vind ik thans nog een F eld-Wesp,
aldaar waargenomen, en eene dié de Wand-
Wesp genoemd wordt, van de vierde en vyfde
Soort /
(ao) Vefpa Abdominis Fnfciis quatuor flavis, tettia inter-
lupta. Faun. Suu. 99a.
J. Deel. XII, Stvk.