V. ,, vlakte van den Grond gelyk gemaakt zyn-
LyI> „ de, zo dat men den ingang met langer on-
H oofd- , , derfcheiden kon; nam de Wesp twee niet
stuk. ^ ver van daar leggende Pynboom-blaadjes,
5, en plaatfte die nevens den Mond van hec
„ Hol, waarfchynlyk om de plaats te kunnen
„ weder vinden. Wie moet over dit alles
, , zig niet verwonderen en verbaaft ftaan?
„ W ie zou zodanig een arbeid aan een bloote
, , Machine kunnen toefchryven ” ?
De Rups- Deeze Waarneeming "van Ra y , kan te minbegraaver.
, , ,
pi. xcvi. der in twyrel getrokken worden, nu de Heer
,£‘ I3* R olander, in Sweeden, even ’t zelfde heeft
zien doen door deeze Soort van Wesp , die
evenwel de grootfte niet is van haar Geflagt,
zelfs niet onder de Europifche Bafterd-Wespen.
In Fig. 13 , geef ik de Afbeelding van zodanig
eene, welke in langte niet alleen nagenoeg
overeenkomt met de aangehaalde figuur van
FR r s cH , maar ook met de langte, welke Doktor
Scopoli aan deeze Vefwonderlyke Bafterd-
Wesp g e e ft, zo wel als G eoffroy , die egter
grootelyks verbyfterd is , wanneer hy dienaangaande
dus fpreekt. „ Haar Masker maakt
„ Gaten in den Grond, daar in de Rupfen be-
„ graavende, welken zy gedood h eeft, om
„ daar haare Eijeren te leggen, en vervol-
, , gens deeze Gaten weder toeftoppende ” (*).
De
(*} Sa Larve fait des trous en Terre, dans Ufsquels tüt en-
ftuit les Corps des Chenilks, quelle a tuê, pour y depofer fes
Oeufif
De Kleur , welke het voorfle van het Agter- v *
ly f , dat allermeeft uitmunt, in dit Wespje, ^ y j 1"
heeft, fchynt eenig verfchil onderhevig te Hoofd-
zyn. L inNjEüs hadtze Roeftkleurig ros, o fSTUK*
bruin ros genoemd : anderen noemenze rood-
agtig o f rood, en Doktor Scopoli zelfs Goudgeel
o f Oranjekleurig (*). In ons voorwerp
helt de Kleur meeft naar de laatftgemelde.
Behalve deeze , die het Borstftuk eeniger-
maate ruig heeft, is inS weeden een andere Soort,
aan de Wegen en op de Zandige Velden, niet
minder gemeen zynde,ontdekt. Z y heeft de Ny-
pers ook een weinig kleinder, doch is , voor’ t
overige, aan dezelve zeer gelyk. T e Calmar
heeft de Heer M odeer een Bafterd-Wesp
waargenomen, die de Geknevelde getyteld
wordt C f ) , de gedaante hebbende van een ge-
woone Wesp, en niet rood maar geelagtig geringd
aan ’t Agte r lyf, met de Pooten Roeftkleurig.
( 1 1 } Bafterd-Wesp, die glinfterend zwart is, xr.
1 , Petfimpes.
r eF'Kampoo-
tige.
O eu fs ; après quoi elle reloucbe ces trous. Utf p, 355. Het is
duifter, wie hy door elle en quelle verftaat, de Wesp, of feet
Masker, de Worm naamelyk van de Wesp, aan welke, door
een onbegrypelyke misvatting, het maaken deezer Gaten o f
Holen, voor dat dezelve géboren of nitgebroed is, van zyn
Ed. toegefchreeven wordt,
(*) Abdominis dimidia parte antica , fuperne, fulva. En-
Z in t . Carniol, p, 294..
(tJ Sphex myftacea. Faun. Suec. Ed. II. p. 41*. n , 1653.
C u ; Spbex n ig i a g la b r a ; A b d om in a a n t e r io r e F e t t u g in e o •
Pedibus primariis ciliacis, Syft, N a t , X.
I. D e e l . xii. Stuk,