V.
Afdèel,
XL VI.
HoofdÏT
U K .
Bruin»
W it-P o o t.
Oever
A s s .
% 3«
, , fteltjes. De Pooten zyn Sneeuwwit en daar
„ van de voorften langft : de Wieken over-
„ end ftaande wit; Opaal incarnaat, een wei-
, , nig glimmende, Netswyze gefchakeerd.
Een andere Soort, op nieuws in Upland gevonden
( * ) , heeft den Kop, het Borstftuk ,
het eerfte en de vier laatfle Leden des Agter-
ly f s , bruin : de Wieken zyn wit en de agter-
ften zeer klein : de Lugtgaatjes aan het Agterly
f bruin: de Pooten w it, en daar van de twee
voorften uitermaate lang: de Klaauwtjes bruin:
groote geele Oogbulten: korte, witte Sprieten
: twee witte Borftels, die korter dan het
Agterlyf z y n , aan de Staart.
Doktor S c o p o l i heeft een Soort van Haft
gevonden, die hy de Witpcot( | )n o em t, zynde
maar ruim een vierde Duims lang. Dit was
bruin, met de Oogen rosagtig doch bleek van
omtrek : de Wieken eenigzins ruig : de Pooten
witagtig , zo wel als de Staart - Borftels , die
eens zo lang als ’t Lighaam waren.
In Fig. 3 g eevenwy, uit Swammerdam,
de Afbeelding van het Masker van het gemelde
groote Haft , dien hy de Mannetjes Haft-
Worm noemt, van de allergrootften; als waar
in dus ookdeuiterlykeLighaamsdeelen van hetzelve
zeer duidelyk zigtbaar zyn. Dit is het
Diertje, dat men gemeenlyk Oever-Aas noemt ,
als gemeld is.
C s )
(*) Ephemera fufiata, C a u d i b ife ta , C o rp o re fu s cO jA l is
lê gm en tisq u e A b d om in is a lb is . Ib id . N . 1474.
( I ) Ephemera slbipes. intern. Carnitl, 264.
(3 ) Haft met de Staart twee - Borjlelig , ^ Af^ £L>
Wieken wit, het L yf bruin. XLVI.
. • ! H o o f d -
Deeze Soort is een weinig grooter dan een stuk.
M ug , zegt L i n n a e u s . Aan de Greb, bo-
ven op d e n Tafelberg, by Rhenen, heeftmyn mis.
Vriend ’er een ontmoet van dergelyke K leu r ,Mugagtis’
doch een half Duim lang, met Staartborfteltjes
van byna een Duim. Een dergelyk Haft heeft
Doktor S c o p o l i , inKarniolie, gevangen.
Een Haft van dergelyke langte, met het L y f
geheel w it , zag zyn Ed., in ’t begin van September
1767, tegen den avond, in groote menigte,
aan de Lek by Kuilenburg, Niets was
vermaakelyker, dan dit Gedierte uit de Rivier
te zien opftygen, en al huppelende, als invro-
lykbeid, her- en derwaards vliegen.
Omtrent den zelfden tyd , nam myn Vriend,
aldaar, een Soort van Haft waar, van dergelyke'
grootte, en ongemeen fraay gekleurd.
Hetzelve hadt den Kop Koraalrood: het Borst-
ftuk en Agterlyf Goudgeel; de Vleugels groen
en de Staarten bruinagtig.
L i n n ^ u s fpreekt van een nieuwe Soort, M id d e l,
welke hy Twee-Vleugelig noemt £*_), om dat flag’
de agterfte Wieken naauwlyks zigtbaar zyn.
De
(3) Ephemera C au d a bifetH , A l is albis , C o r p o t e fu fe o .
Faun. Sme. 753. RoES. Inf, U. Aq. 2. T. ia.
{*) Ephemera diptera, C a u d i b i f e t i , A lis d u a b u s ; C o d a
marginali fu fc a cin e reo-m acu la ta . Faun. Snee, N , 14 7 7 ,