V. Mannetje op (taande voet. De Worm teelt
LXmL’™ec voort > dan drie Jaaren oud zynde ; het
H oofd- welk eene byzonderheid is , te aanmerkelyker
stuk. wegens de fchade, die door deezen Worm aan
de Tuinvrugten o f Moeskruiden, inzonderheid
aan de Salade, tocgebragt wordt: zo dat*hy
twyfelde, o f het niet wel de Kmidworm kon
z y n , waar van by den Profeet JoëL gefproken
wordt. Hy geeft ’er , wegens zyne gulzigheid,
den naam van Robworrn aan. Dezelve,
zegt h y , onthoudt zig meelt op vogtige Steen-
agtige plaatfen. Van een andere Soort van
Slaawormen, dat eigentlyk Rupfen zyn, heb
ik elders gefproken (*.)•
v. (5 ) Langpoot, die de Wieken Glasagtig beeft,
Tuin-T^* met- flaauwe witte Vlakken daar op ver-
piiu. fpreid. ■ ' ■ ' : ■
Deeze, haar bynaam hebbende van dat zy
zig in de Tuinen onthoudt, wordt in Sweeden
Harkrank geheten.
vi. (6 ) Langpoot <, die de Wieken Glasagtig heeft
lome ata> met een flaauwe bleeke Vlak, het Lyf zwart
en geel bont.
‘ Vol-
(*) Zie ’t Toorgaande XI. St u k , bladz, 651.
( 5) Tipula Alis Hyalinis , Maculis Iparfis albis obfbletis,
Faun. Succ. 1115. RAJ. In/. 7z.11. 6. ALB. bef. ril Si.
(6) Tipula Alis Hyalinis; Maeula pallidA obfbletd, Corpa-
tenigto luteoque vario. Faun, Suec, 1134.
Volgens de befchryving der Sweedfche Die-;
ren is het L y f van deeze groen en zwart bont, lxiil*
inzonderheid het Borstltuk, zeer fraay gete-ïjooFD-
kend.Miffchien zal deKleur geelagtig groen zyn.STUK*
De Wieken waren, in de Verhandelingen der
Sociëteit van U p fa l, ongevlakt Afcbgraauw
opgegeven.
f7') Langpoot, die de Wieken zwartvlakkig vu.
y o r C ontami•
beeft en het Lyf zwart. 'ë nata.
Bevlekte,
Ongevlakt zwart worden de Wieken elders
genoemd, ( * ) dat een Drukfeil zal zyn. Men
vindt deeze Soort ook in de Weiden, volgens
G e o f f r o ï ( f ) .
( 8") Langpoot, die de Wieken Afchgraauwag. vin.
v J 01 _ _ . , L u n a t a . tig heeft, met een wit Maantje aan denMaanvlak,
rand. *;
Volgens de aangehaalde afbeelding van Re-
a u m u r is deeze Tipula taamelyk groot. Z y
fchynt door de houding der Wieken, die als
zy Itil zit kruislings over elkander op het L y f
leggen, van de overigen te verfchillen. Om-
Itrecks
(7) Tipula Alis nigro maciilatis , Corpore nigro, Faun.
Suec. 1134.
(*) Tipula centaminata Alis nigro-imtnaculatis, &c, Faun,
Suec, Ed. II. p. 432. N. 1743«
( t) Hiß. des Inf. env. Paris. Tom. II. p. SS*.
f8 ) Tipula Alis cinerafcentibus , Lunuli marginali albä.
Faun. Suec. 1126. RAJ. /»/. 73« N. I©. Reavm, In/, V.
T. z. f. II.
I. DEEL, XII, STUK,