V. het welke uit verfcheide Ringen famengefteld
f f « " is , die ieder twee Lugtllippen hebben, aan el-
H oofd ke zyde één, iets laager dan de famenvoeging
stuk. van bet bovenfte met het onderfte gedeelte,
De Ringen des Agterlyfs, naamelyk zyn in
deeze Infekten niet Cirkelrond of vaii één ftuk
maar beftaan uit twee halve Ringen , die op de
zyden van het L y f in elkander fchieten. Dit
maakzel geeft meer vryheid aan het Agterlyf
om zig uit te zetten, wanneer het vol is met
Eijeren. De dikte en langte verfchilt in de by-
zondere Geflagten en Soorten, ja zelfs in die
van byzondere Sexen, ongemeen. In de Muggen
en Schoenlappers is hét Agterlyf zeer lang
en dun, dat in de Vliegen en anderen geen
plaats heeft.
Kenmer- De Kenmerken der Infekten van deezen Rang
zyn dan zeer blykbaar: te weeten, dat zy maar
twee Wieken hebben, waar van het bewys,
uit de Onruften, Hamertjes of Tegenwigtjes,
by het Gewricht o f in de Oxels der Wieken,
met weinig moeite waar te neemen is.
Geflagten. Tien Geflagten vanTweevleugeligen zyn ’er
door L innjEus opgetekend ; waar onder dat
der Langpooten o f Tipula’s zevenendertig; dat
der Vliegen honderd Soorten bevat. Ik gaa
dan tot de byzondere befchryving vgn dezel-
yen over.
LXII.
Ar^ Er_.
LXII. *
L X I I . H O O F D S T U K . H oofd.
STUK.
Befchryving van 't Geflagt der H o r s e l e n , die
in de Huid o f in het Lighaam van Viervoetige
Dieren, inboor en, tot de Eij er legging ; alwaar
dan hei Wormpje, een gentimen ty d , huisveft en
gevoed wordt, ten kojlen van het Dier.
D e Grieken hebben den naam van O e j l r u s Naam.
gegeven aan die Vliegen, welke de Romeinen
J f i l u s noemden , waar door geheele
Kudden Vee uit de Boflchen gejaagd werden;
volgens het zeggen van V ir g il iu s (*). Som-
tyds noemt men dezel ven alleenlyk Vliegen;
fomtyds naar de Beeften, die ’er meelt van geplaagd
worden, Koe-, Paarde- ,of Schaapen-
Vliegen; en, wegens het Ongemak, dat zy
dezel ven aandoen, o f haar geweldig fteeken,
geeft men ’er, in ’t algemeenden naam van
H o r se l s a,an. V an de Duitfchers noemen
fommigen haar ook wel Brekmen, dat is Brem-
fen , en Horniflen; de Engelfchen Wbame o f
Gad-fiies.
De gemelde Griekfche naam wordt afgeleid Eigen-
van de uitzinnige woede, welke het fteeken van rchaPPendeeze
(*) Hoe illufl Infeftum, cui nomen Afilo,
Romanum eft, Oeftrura Graeci vettere vocantes:
Afper, acerba fonans, quo tota exterrira Sylvis
DifFugiunt Armenta.,
I. Deel. XII. stvi$,