ï6 BESC. HRYVI 'NG VAN
V. zwind voortfchietende is. Van deeze zyn ’er,
S g g £ . die het L y f byfier kort en breed hebben. Zy
Hoofd- aazen voornaamelyk op Kapelletjes, die zy ver-
stuk. £jnc[en . juffertjes meest op Muggetjes en
dergelvke tweevleugelige Infekten (*}• Van
deeze laatften zyn ’er, die met het heerlykfte
Hemelschblaauw o f Goudgroen praaien, en onder
de Puistebyters ontbreekt het ook niet aan
zodanigen , die een fchoone mengeling hebben
o f luifter van Koleuren. De Wieken , van.
fommigen , zyn fierlyk gevlakt. De grootte
aanbelangende , o f eigentlyk de langte van het
L y f , die ftrekt zig in de groote Juffers tot drie,
en in de kleine wel tot vier o f meer Duimen uit.
soorten. Roesel heeft, na Reaumur, de Infekten
van dit Geflag t, welken hy Libellen o f
Water-Nimfen noemt, op de voorgemelde manier
in drie Soorten onderfcheiden: fmallyvige
en, breedlyvige Puistebyters, en de zogenaamde
Juffertjes. ’t. Is zeker dat men, van ieder,
nog verfchillende Soorten heeft. Lin'naïus
maakt onder de Libellen twee afdeelingen; de
eene van de zogenaamde Puistebyters o f Rom-
bouten; de andere van de Juffertjes, welken hy,
doordien deOogenzo ver van elkander a f ftaan,
van de ecrften onder fcheidt. In de eerffe afdee-
ling heeft hy zestien, in de laatfle twee Soorten
aangetekend: als volgt....
JUF*
(*) Illanim patentes Lepidoptera, ere ft* Dipiera inpri-
piis pisdantur, LiNN. Syjl, Hat. Ed. X, pag. 54?*
de Juffers of L i b e l l en. 17
J U F F E R S , v .
J A fdeel.
VI v
D ie , Ril zittende, de Wieken uitgebreid Hoofjo*.
houden. stuk.
( 1 ) Juffer, die de agterjle Wieken by ’t Ge- 1.
voriebt, en alle de Wieden, in *t midden. m'}cut‘tn.
van voeren, met een zvoartagtige Vlak beeft.
De vier Vlakken, op ieder Wiek twee, naar
welken deeze Soort haaren naam heeft, open-
baaren zig zeer duidelyk in een Juffer van myne
Verzameling, welke overeenkomt met de A fbeelding
van Re aumur, door L inn^ us
aangehaald, naamelyk mctFig. 2. Met reden
wordt die van Fig. 1 , welke Reaumur zegt
het W y f je daar van te zyn , vervolgens tot
een byzondere Soort t ’hüis gebragt. Men
vindtze zeldzaam omRreeks Parys, eninSwee-
den: ook is zy hier te Lande niet gemeen.
(2) Tuffer , die de Wieken aan 't Gewricht geel 11.
v J . fluyeoU.
i heeft. , Geelagti»
ge.
Deeze Soort is gemeener in Sweeden, om-
flreeks Upfal, by de Wateren. Z y behoort
tot de kleinere, volgens L innjeus : des het
te
(1) Libellnla Alis pofticis Bafi, otnnibusque medio anti*
co , mactild nigticantc. Syft. Hat. X. Gen. 206. Libellula
Alismaculd marginali duplici. Faun. Snee. 764. RAJ. Inf. 49.
N. 3. REAUM. Inf. VI. T. 35. f. I. 2.
(2J libtUuUAU.s bafi luteis. Faun, Snee. 765. Roes, Inf II.
Aq. a. t. 5. f. 4.
I. DEF.L. XII, STUK. »