. v * r O ) Rupsdooder, die het Schildje mlcanig.
Lv. ' heeft , bet Borstftuk gevlakt, den twee-
H oofd- den en derden Ring van het Agterlyf
stuk. Roejlkleurig, de overigen zwart.
v.
Cuipatoriusi Verftaa Z O min de eigentlyke reden van
den byzonderen bynaam, dien deeze voert,
als van cjie .der voorgaande en volgende. Hier
agter is deeze nieuwe Soort geplaatft.
Im f1*" Z y heeft het Schildje g eel, en het Borstftuk
is , voor de Wieken, met een geel ftreepjeen
boven dePooten met een geele Stip getekend.
Alle de Ringen van het Agterlyf zyn wit gerand
, en de Pooten Roeitkleurig. De Heer
M o d e e r heeft deeze te Kalmar gevonden
Z y is kleiner dan de voorgaande Soorten.
conjnko ^ Rupsdooder, die het Schildjegeelagtig, het
rins, Borstjiuk tweetandigen eenigermaate gevlakt,
den tweeden Ring van het Agterlyf Roest*
kleurig heeft.
In Sweeden is deeze taamelyk gemeen en
van middelmaatige grootte.
- VIL (7 } Rupsdooder, die het Schildj egeelagtig, het
f%?***• ........ Borst-
(5) Ichneumon Scutello flavicante, Thorace rnaculato; Ab»
dominis legraento fecundo tertïoque Femigineis , reliquis
Iiigris, Syft. Nat. X. Spec. 9.
(6) Ichneumon Scutello flavicante, Thorace bidentato fub.
rnaculato, Abdominis leg memo fecundo Ferrugineo. Syft.
Nat. X.'Speic, 10.
(7) Ichneumon Scutello flavicante, Thorace rnaculato;
Abdommis nigri fegmento ultimo albido, de Geer. Inf. I,
T , .33. f. 16,
Borstjiuk gevlakt 'heeft en den laatjlen Ring
van het zwarte Agterlyf witagtig. j^y.
H oofd*
Deeze Soort is het, die, volgens de W a ar -STuK..
neeming van den Sweedfchen Kamerheer, d e
Geer, voortkomt uit de Eytjes, waar mede
men het L y f van de Tweeftaart-Rups van den
Wilgeboom zo dikwils bezet vindt. De Rups,
naamelyk, fpint zig in, met deeze Eytjes op
haar L y f , en dan komen uit derzelver Pop, in
plaats van een Kapel, zodanige Wespen voor;
gelyk dit my zelve wedervaren is.
Die daar op, in de befchryving der Sweed- Moiitoms*
fche Dieren, met den nevensgaande bynaam,
volgt, heeft het Schildje w i t ; het Borstftuk
ongevlakt; den tip van ’t Agterlyf, en de
Schenkels, by het Gewricht, wit. Voor ’t
overige is deeze geheel zwart en van middelmaatige
grootte.
(8) Rupsdooder, die het Schildje geelagtigen .vut.
het Borstftuk eenigermaate gevlakt heeft, het ‘‘
Agterlyf feenemaal Roejlkleurig geel, doch
aan de tip bruinagtig.
Naast fchynt, hier mede, die Sluipwesppt. xcvi,
overeen te komen, welke in Fig. 3 is a f g e - 3’
beeld. Dezelve is uit de Pop van de Ligu-
fter Pylftaart - Rups geteeld. Z y heeft de
Sprie-
(8) Ichneumon, Scutello flavicante , Thorace fubmaculato;
Abdomine toto luteo - ferrugineo, apice fubfufeescente. Syft,
N*t. X. spec. i s.
I. DEEL, X I I . STUK.