1 I;
A deei ^e^ eevene Bekkeneel: volgens de Waarnee-
L y . "ming van den Heer Rolander.
H oofd.
STÜK.
(2 5) Rupsdooder, die zwartig met de Poolen
XXXV.
Refinella.
Harilmot-
Wesp.
geel, bet Agterlyf eenigcrmaate rolrond
en tegen ’t Borstjluk aangevoegd; de Sprieten
by den Kop geelagtig.
In het Masker van de Harftmot onthoudt
zig deeze, die fmal, „langwerpig is en ongevlakt,
hebbende de Sprieten langer dan het
L y f. Het is , gelyk de twee voorigen, een
zeer klein Diertje.
xxxvr. (36) Rupsdooder, die zwart is met de Pooten
Prtroga- geel, bet Agterlyf langwerpig Jlomp.
De eze, uit het Masker van de Satyn - Kapel
voortgekomen, hadt de Sprieten naauwlyks
zo lang als ’t L y f en van onderen niet geel.
xxxvn. ( 37) Rupsdooder, die zwart is, hebbende den
Maniator. tweeden en derden Ring van bet Agterlyf
Roejlkleurig, de tip van boven wit: de
Sprieten van een en de zelfde Kleur.
In de Boomgaarden onthieldt zig deeze
Soort.
C38)
f35) 7thniumón niger, Pedibus flavis, Abdomine fubcylin*
diico fefiili; Antennis bafiluteis. Syjï. Nat. X.
(36) Ichneumtm niger, Pedibus flavis, Abdomine oblongo,
obtufo. Syft. Nat. X.
(37) Ichntumon niger, Abdominis fegmento fècundo ter-
tioque Ferrugineis, apice fupra albo ; Antennis unicoloribus.
Syji. Nat. X.
(38) Rupsdooder, die zwart is, hebbende bét
Agterlyf en de vier voorjie Pooten Roejl- l v<
kleurig, de Voeten wit. H oofd •
STUK.
(39) Rupsdooder, die zwart is, met de drie xxxvui.
voorjie Ringen van het Agterlyf ros; de tip TltlUator.
van boven wit; de Sprieten wit gebandeerd.
In de Tuinen is deeze waargenomen.
(40) Rupsdooder, die zwart is, met den voor- xl.
Jlen Ring Roejlkleurig , het Agterlyf ten tor.
halve bedekkende.
Deeze woont in de Boflchen.
(41J Rupsdooder, die zwart is, met het Ag- xli.
terlyf van figuur als een Zeijfen en geheel Inculc*tor*
Roejlkleurig.
Die Sluipwesp, welke uit R e a u m u r op deeze
Soort aangehaald wordt, was voortgekomen
van een Worm, welke geleefd hadt in
een Borftel-Rups van den Kaftanje-boom.
(4a) Rupsdooder, die zwart is, hebbende het xui.
A/Ig - Pu*riliator.
tss) Ichneumon niger, Abdomine Pedibmque quatuor an-
terioribus Ferrugineis. Syfl. Nat. X.
(3 9 ) Ichneumon niger, Abdominis tribus primis fegmentls
nifis, apice fupra albo, Antennis albo faïciatis. Syjt. Nat. X.
■ ( 40) Ichneumon niger, Abdominis primer fegmento Ferru-
gineo, Abdomen dimidium obtegente. Syft. Nat. X.
(4: ) Ichneumon niger, Abdomine falcato toto Ferrugineo.
F a u n . Suec. 972. Reaum. Inf. VI, T. 30, f. 9.
(42) Ichneumon niger, Abdomine falcato, fegmentis fecua
X. Deel. XII. Stuk.