V,
A fdeel,
L V .
H oofdstuk.
XLIII.
R u sp a te r.
Agterlyf Zeiflenswyze, met den tweeden,
derden en vierden Ring ros , de Voeten dun
en Roefiklenrig.
Deeze , die een weinig kleiner dan de voorgaande,
doch anders van de zelfde geftake is,
komt voort uit de Rups, die het Kameeltje of
Draakje getyteld wordt.
(43) Rupsdooder, die zwart is, met het Ag-
terlyf rolrondagtig; de Pooten Roejtkleurig
de Dyè'n geknodst en de agterfien getand.
Deeze is naauwlyks half zo lang als de voorgaande
, doch heeft den Angel van langte als
het L y f. Men vindt hem op de Velden en in
de Tuinen van Sweeden. De twee laat ft en
zyn omftreeks Parys waargenomen (*J.
- f44) Rupsdooder, die zwart is, met het Ag-
Jaculator. V ™ , , r , rr a 1 . , 6
Fyidtaagcr. terlyf als een Z eijjen; den tweeden, derden
en vierden Ring ros; de agterfle Schenkels
geknodst.
De Heer R e a um u r verwonderde zig over
de
cundo tertio quartoque rufis; Pedibus tenuibus ferrugineis, • j Faun, Suec, 975. RAJ. ln f 255. N. 17. DE GEER, Inf. I,
T. 6. f. i?..
(43) lchneumn niger , Abdomine fubcylindrico; Pedibus
Pcrrugiueisj Femcribus clavatis, pofticis dentatis. Syfl.
Nat, X.
(* ) Hiß. des In/, tnv. Paris. Tom. II. p. 326 & 332.
(44) Ichneumon niger, Abdomine falcato; fegmento fê*
cundo, tertio quartoque, rufis; Tibiis pofticis clavatis. Faun. Suec.
985. MOuff. Inf. T. I2I. DE GEBR. Inf. I, T. 36. f. 10.
RFAUM. Inf. IV. T, 10. f. 14.
XL1V.
de zonderlinge figuur, welke deeze Sluip- Afd^e l^
wesp vliegende maakt; alzo z y dan het Ly< *
Agterlyf. opgeligt en fomtyds byna loodregt Hoofd-
houdt boven de vlakte der Wieken. De inplanting
van dit Agterlyf, boven in het Eorst-
ftuk, is tot zulk een foftuur zeerdienftig, en
gaf den Heer d e G e e r aanleiding, om van de
zodanigen zyn Zesde Klasfe van -Ichneumons
te formeerehi
Deeze Soort heeft een Angel van taamely-
kelangte. Na dat zy met de Sprieten, even
als de Langftaart, opgezogt heeft waar de
Maskers van fommige Byën en Baftaard-Wespen
zitten, zo vliegt z y we g, (als om zig in
poftuur te ftellen,) en komt te rug, leggende
daar een Eytje op. De bynaam zal van de ge-
dagte manier van vliegen afkomftig zyn.
(45) Rupsdooder, die zwart is, met het Ag- x l v .
terlyf als een ZeiJJen; den tweeden, der- N^aapeu*
den en vierden Ring opzy de ros; de agterfle
Schenkelen geknodst.
Deeze is aan de voorgaande zeer gelyk,
doch de helft kleiner , hebbende een zeer kort
Stekeltje, zo lang niet als het L y f.
(46') Rupsdooder, die zwart is , met een zeer .xz,vx,‘ y 1 , AppcniikOTt
gajitr.
(45) Ichncumon niger, Abdomine falcato, fegmento (ccun-
do tertio quartoque latere rufis; Tibiis pofticis clavatis, Syft.
Nat. X.
f46) Ichncumon niger, Abdomine breviliiino Thoraci im-
poiitQ, Pedibus pofticis longiflïmis. Reaum, lnf. VI» T, 31.
T. 13. BE.OWN. Jam. 439. T. 44. f. 0.
I. DEEL. XII, STUK,