V. Deeze komt op de Bladen en Planten in de
A fdeel.T u inen voor; drillende géduurig, wanneer zy
H oofd-’ ftil zie» met de Wieken.
STUK.
Lxxxvri. (87) Vlieg met Borjlelfprieten, die de Wieken
GaUwesp " zwart getipt heeft en den voorften Ring
vlieg. van bet Agterlyf Peeragtig.
Deeze, die alom voorkomt, heeft naauw*
jyks de grootte van een Luis. Haar voorde
Dyën zyn van onderen getand. Van dergely-
ke kleinte is de Geele en de Vierftippige, die
men naderhand in Sweeden gevonden heeft (*).
(88) Vlieg met Borjlelfprieten y die geel is en
Geeie. kaal, hebbende de Oogen zeer groen.
( 89) Vlieg met Borjlelfprieten, die de Wieken
genageld, «1vit, met een zvvartagtige Stip
op ’t midden heeft.
strfat'uU ( 9° ) Vlieg met Borjlelfprieten, hebbende de
Wieken wit, het Borstfluk groenagtig, het
Ag-
(87) Mufca Antennis Setariis, Alls apice pun&o nigro; Abdominis
primo articulo obovato. Faun. Sues 1054.
(*) Mufca QuairipunUata. Syjl. Nat. Ed, XII. p . 997.
JV. 116.
(88) Mufca Antennis Setariis, flava , nuda ,• Oculis viri*
diflimis. Faun. Suec. 1114.
(89) Mufca Antennis Setariis; AÜs unguiculatis, albis*
punóto centrali nigricante. Faun. Suec. 1055.
(90) Mufca Antennis Setariis, Alis albis ; Thorace viref-
centei Abdomine cinereo, lineis quatuor punfterum nigr*<
ïum. Syß. Nat. X,
Agterlyf Afchgraauw;
■ van zwarte Stippen.
met vier Jlreepen V.
A fdeel.
LX1V.
(9 1 ) Vlieg met Borjlelfprieten, die de Wieken STüK>
genageld, graauw heeft met zwarte Vlakken.
Amic*.
(92) Vlieg met Borjlelfprieten, die de Wieken xcir. _
genageld, wit heeft, met bruine Vlakken, van ’t Bil."
4 femkruid.
Op de Bloemen van de gemelde en dergely-
ke Planten meer, worden deeze Vliegen gevonden.
Thans heeft men ’er eene, die de
Wieken Glasagtig met een zwarte Vlak aan
den rand en de Oogen groen heeft, in de
Melk- o f Ganzendiftels Bloemkelken o f Zaad.
knoppen, ontmoet ( f ) . Dezelve was groo»
ter dan een Luis.
( 93) Vlieg met Borftelfprieten, die de Wieken xcm.
wit heeft, zwart gerand en met zwarte f j rsmman'
Maart fè
Vlieg. Vlakken.
ó p de Bladen der Boomen wordt deeze
me-
(91) Mufca Antennis Setariis ; Alis unguiculatis grifeis,
nigro-maculatis. Faun. Sust, 1057. Aldr. Inf. 34Ó. T. 1.
f. S.
(92) Mufca Antennis Setariis; Alis unguiculatis albis,
fufco maculatis. Fuun. Suec. 1058.
(■ f) Mufca Sonchi. Syß. Nat. Ed. XII. p. 998. N. I2I.
(93) Mufca Antennis Setariis; Alis albis margine maculis«
sjue nigris. Faun. Suec. 1059,
J. DEEL. XII. STUK? K k 3