Afdeel z e ^aat^en» ffo * *» is, gelyk ik gezegd heb f t
LV.lL *^e Griekfche naam der Wespen, en dus heeft
Hoofd- A ristophanes een Blyfpel aan ’t licht gege-
stuk. ven, onder den tytel van Sp be e e s o f de Wes-
t Bkdz. perij om dat de Perfoonen, daar in voorkomende,
den Stekeligen aart hadden van dit In-
fekt, ’t Hebreeuwfch woord fzitgnah, dat
men gemeenlyk voor Horfels neemt, fchynt
de Wespen in ’t algemeen te betekenen, die
tot verfchrikkinge der, Vyanden van Ifraël
door God den Heer, voor het Leger uitgezonden
werden ( * ) . Dit gefchiedde, zo Rabbi
D avid aanmerkt, door dezelven in ’t Gezift
te vliegen, en dus de Oogen zodanig te verblinden
, dat zy onbekwaam waren om te veg-
ten. De Italiaanen en Spanjaarden noemen dit
Jnfekt ook V t f p a , de Franfchen G it é p e , de En-
gelfchen W a s p .
S f . De Steekj naame]Yk 3 der Wespen', werdt
van ouds zo gevaarlyk en venynig aangemerkt
te z y n , dat men zig ten hoogfie wugten moeft
van dezelven te verbitteren. Men zegt dat het
opfchrife van het Graf van Hippocrates op
deezen zin uitliep: maakt een J luapende W e sp n ie t
raider, ’t Zy nu hier onder iets zinnebeeldigs
verborgen mag geweeft zyn, o f niet; dit is zeker,
T ...................*3« «• j o j - a x .i v . Vers 12 .
Alwaar Jehovah zegt. Ende ik zondt horfelen voor u henen,
die drevenfe wech van ulieder Aangezichte, de beide
Koningen der Amoriten , nier door u zweerd , „och door
uwen boge. ■ '
ker, dat het Griekfche Spreekwoord: een Wesp v -
, . , . , , A fdeel. te tergen; een algemeene betekenis had. Waar- [ y jj
fchynlyk za l, in de heetere Lugtftreeken, de H oofd -
Steek der Wespen gevaarlyker zyn g ew e e ft,STUK‘
dan in ons Klimaat; dewyl dezelve, op zeker
Eiland aan de Middellandfche Z e e , doodelyk
bevonden werdt.
De eigentlyke Wespen verfchillen van deNeften.
Bafterd-Wespen , v o o r n a am e ly k d a a r in ,
dat zy zekere Samenleeving formeeren, wat
haare Neften aanbelangt, die, in ’t uiterlyk
aanzien, veel naar Honigraaten gelyken. Het
zyn , naamelyk , een foort van Koeken o f
Brooden, niet van Wafch gemaakt, gelyk die
der Byën , maar gelykende naar graauw o f
Vloeipapier. De Wesp maakt dezelven van
fyne Vezeltjes verrot Hout o f Bladeren, welken
zy met een Gomagtig v o g t , uit haaren
Bek, te famen lymt o f papt, en dan met haare
Nypers en Booten tot de vereifchte dunte uit-
ftrykt, om ’er de wanden der celletjes van te
formeeren. Men ziet dikwils de Wespen langs
oude Venfters en ander rottig Hout der Gebouwen
loopen,waar z y kleine deeltjes afneemen
tot hun Werk. Deeze Koeken zyn grooter o f
kleiner naar de verfchillendheid der Soorten
van dit Geflagt. De grootfte ö f Horfel-Wes-
pen maaken ’er die zeer groot.zyn in de Stammen
van oude holle Boomen, aan derzelver Wortelen
, als ook in ledig ftaande Huizen , in
Schuwen, op Zolders en andere plaatfen der
1. Deel. Xll. Stuk. Land