v - langs, ook te Senegal vondt, verwonen aan dc
U X ^ K u f t van Guinee z ig , van verre, als Negers-
H oofd- Hutten , zynde dikvvils agt o f tien Voeten
STUK‘ hoog. Geheele Geiten en Schaapen worden ’er
fomtyds door opgegeten, en, wanneer zy in de
Wooningen der Europeaanen komen, is men
op *t Bed niet veilig. Een leevende R o t , van
een enkele Mier aangerand, is , zo dra de anderen
te hulpe komen , zyn Leven kwyt. Zy
gaan troepswyze op den roof uit, en hebben,
oogfchynelyk, zekere Leidslieden o f Gidfen,
die in grootte uitmunten.
Geduurende ’€ v e rb ly f, dat de Engelfche
Kapitein Smith , te Kaap Corfe, aan de Goudk
u il, hieldt, gebeurde het, dat een gropte
tro ep , van zodanige Mieren, het Kailcel
kwam bezoeken. Het was byha dag, wanneer
de Voorhoede in de Kapel tradt, alwaar eenige
Neger Huisbedienden' op den Vloer fliepen.
Deeze werden door de aankomil van hunne
Gallen opgewekt, en de Kapitein wierdt wakker
door het geweld dat zy maakten, kunnende
zig niet genoegzaam -verwonderen, wanneer
hy dé oorzaak vernam. De .Agterhoede
was nog een geheel end wegs van het Kalteel
af. Men hieldt raad over dit voorval, en nam
het befluit, van een lange loop Buskruid te
maaken, over den w e g , dien de Mieren zig
gebaand hadden, en op alle plaatfen, daarzy
zig begonnen te verfpreiden. Dus deedt men
’ er verfcheide duizenden, die reeds in de Kapel
d e M i e r e n . 355
pel waren, een Lugtfprong maaken. De Ag- Y>,
i Afdeeï*i
terhoede , het gevaar verneemende , keerde L1X> ’
eensklaps naar haare woonplaats teruggen Hoofd-
,, Al hebben de Mieren de zelfde 'Taal nietSTUK‘ .
„ als de Negers, zyn dochveele Europeaanen, hedA!3'3*
, , (zegt die Autheur); in verbeelding; dat zy
,, eenige Spraak hébben. Ten minile kan men
„ niet twyfelen, o f zy moeten op eenigerley
3, manier, aan elkander hün oogmerk mededee-
3, len ” . De Ondervinding hadt hem dienaangaande
Verzekerd. Op eenigen aflland van de
Nellen vier Mieren gewaar wordende, die tot
den roöf fcheeneh üitgegaari zyn, doodde hy
een wilden Haan, en fmeet dien op haar weg.
Zy bragten eenige oogenblikken door, met,
zo het fcheen 3 te ovërweëgen, o f dit een
Prooy ware, van haar gading: vervolgens begaf
zig ééne f ’huiswaards, om kennis aari ’t
algemeen té geeven ; terwyl de anderen de
wagt bleeven houden by het doöde Lyk. W e ldra
llondt de Autheur verbaasd, een groot getal
Mieren te zien verfchynëh, die regt óp het
Lyk aankwamen 3 en niet draaiden met hetzelve
weg te fleepen. In andere gevallen, die
zelfde Proef herhaalënde, nam hy waar, dat,
zo de eerlle Troep niet Kerk genoeg was, wegens
de zwaarte van den L a ll, onmiddelyk een
tweede Bode wefdt afgezonden , die terug
kwam met een nieuwe Troep, tot verllerkingë
van de eerlle.
Deëze Engelfchman komt met B o sm a R Memgvui.
1. Dtat. xii. stvk. Z 2 ovër-d,Ëheii