V.
436 B e s c h r y v i n g v a n
„ Ieder Wormpje (zegt hy> is zo wit en
' , doorfchynende als eer» ftuk Kryltal; des
„ men, als het in helder Water zwemt, veel
„ moeite heeft, om het in ’t oog te krygen.
A f d e e l .
LXiir.
H oofds
t u k .
W itte Water
Wormpjes.
Het is niet grooter dan een Muggen- W orm-
j> pje , en vertoont zig dikwils als fty f, doch
„ kan met de Staart zo veel beweeging maa-
„ ken, als tot zyn voortgang, in ’t Water,
, wordt vereifcht. Het aanmerkelykfte aan
, hetzelve is een groote Haak, die boven van
, den Kop af komt als een neergeboogen Een-
, hoorns Hoorn, hebbende ter wederzyde een
„ zwart Vlakje. Twee Nreragtige bruine
„ Lighaampjes vertoonen zig wat agter den
„ Kop , en twee dergelyken niet ver van Jt
„ agter-end, het welk in twee dunne Vleezige
, , Hoorntjes uitloopt,. en van onderen een
, , dubbelde Zwemvin heeft.
„ In de Maanden July en Auguftus was het,
„ dat de zodanigen van deeze Wormpjes, die
„ ik in Suikerglazen hield, veranderden.- Haar
„ Popjes gelyken, in geftalte, vry veel naar
, , die van veele anderen Tipulaas , maar zy
„ verfchillen daar van door een Soort van
, , Hoornen, aan ’t boven-end, die ’er dén
, , fchyn aan geeven van de Popjes der Mug-
„ gen. Het Infekt maakt daar ook even ’t
„ zelfde gebruik van ; hoewel die Hoornen
„ aan ’t end fpits z y n , en dus meer gelyken
, , naar de Sprieten van fommige Kapellen: zy
„ dienen naauielyk, buiten twyfel, to t de. Adem- „ haa-
„ haaling; dewyl het dezelven, d o o rg a a n s ,
„ met de enden aan de Oppervlakte van het Lxu£‘
,, Water houdt. Aan het agterend is hetHooFD-
„ Popje ook met twee Zwemvinnen voor- iTUK*
„ zien. .
, , Na tien o f twaalf Dagen, in deeze Staat,
„ geleefd te hebben, ondergaat het Infekt de
„ derde o f laatfle Verandering. Alsdan komt
’er een kleine Soort van Tipulaas uit voort,
„ wier Mannetjes de Sprieten gepluimd, en
„ de Wy'fjes dezelven veel minder Haairig
„ hebben. Beiden houden z y de Wieken kruis-
, , lings oven ’t L y f , dat langer dan dezelven
„ is. T o t het end van dat van ’t Mannetje
„ komen als twee Plaatjes uit, die met Haair-
„ tjes bezet zyn, en daar beneden als twee
, , Haakjes, byna regt, ieder gewricht zynde
„ met een dikker Stuk. In de gewoone toe-
,, ftand zyn de punten der Haakjes naar den
, , Buik gekeerd, en zy leggen kruislings over
, , elkanderen.
Dewyl deeze Tipulaas, volgens de aangehaalde
Afbeeldingen, de Voorpooten niet langer,
ja zelfs korter dan de anderen hebben,
zou men met reden mogen twyfelen o f hier de
zelfde bedoeld worden.
(2 1 ) Langpoot, die de voorjle Pooten zeer xxr.
-Motatrix.
g r o o ï ZJeweeg-
poot.
(a i) Tipula Pedibus antids maximis motatorüs, Antmlo
albo. Prisch. I*f. XI. T. i3-
i , dkm.. x n . stuk, E e 3