V.
AtDEEL.
LXX.
H oofdstuk.
♦ Zie
Hn bladz. 47a.
W
t Bladz.
498.
j$ Bladz,
499.
o f meer daarvan byzondere Geflagten gemaakt;
g e lyk ik dus van dat van Stratyomys, ’t w elk
eene W a te r -V lie g is , gefproken heb * ,e n y a n
dat van Siomoxys, waarin hy de Steèkvïiegjes
t ’hui's bren g t, kort hiér voor. D i e , welke de
L ed ig e V lie g genoemd wordt , om dat z y het
A g t e r ly f doorfchynendé h ee ft f , plaatft hy in
het G e fla g t van 'Nemtêus, d ew y l de "Sprieten,
aan ’t en d , als in een Draadje u itloop cn ,en de
g en e , die daar aan v o lg t , in dat van Volucd-
ïa, g e iyk ik gemeld heb §. Dan maakt h y
een nieuw G e f la g t , onder dén naam Van Sca*
thop/è, ’t w e lk z o ve el betekent, z e g t h y , als
V u il -V l ie g ; om dat men de eerfte Soort daar *
van dikwils .pp morlige plaatfen , die y o g t ig
z y n , en b y de Sekrepten, ontmoet. D e e z e
w a s , z o h y aanvnerkt,nog door geep N atu u r kenner
b e f c b r e e v e n e n heeft de geftalte van
een V lie g je , met een dergelyke Snuit , doch
ve rfchilt yan alle de overigen door zyne
Draadagtige Sprieten. D e cerfle Soort was
zw a r t ; de tweede geel. m e t w itte Wieken .
H e t Masker van deeze is een klein W o rm p je ,
dat in de Blaadjes van de Palm le e ft en veraq-
dpr t, maakende van a gte ren, d a arop, eenigp
d ik te , uit w elke het V lie g je voortkomende, dik-
Vrils pen gedeelte van het Popje laat uitfteeken
dat z ig aldaar ze e r aartig vertoont ( f ) .
T o e
( t l Hifi. des I/iJi env,
glanch, XVllI. Fig. 5.
Paris, Tprn. n , p. 5+5 , 54$,
T o t dat Geflagt zo u fchynen te kunnen be- Af^ el
hooren een zeer klein V lie g a g tig Beeltje , het LX X .
welk in een Doosje waar in ik eenige Peere-
booms-Bladen met Oranje-Vlakken en een der- ^
g e lyk Schurftagtig o f liever Knobbelagtig aap- schurft
g r o e iz e l, als waar van door my voorheen g e fproken
is * , (d a t zodanige Bladen , door den XJ S^„K<
Heer Dok tor B a s t e r , van Z ie r ik z e e , aan my bladz. 44<*
gezonden w a r e n ,) gedaan had. D e e z e Bladen
had ik in een Tuin alhier verzameld , en waargenomen
, dat op die Knobbeltjes een Soort
van Lantaarntjes z ig vertoonde , het w e lk myn
Vriend my f c h r y f t , dat in z yn T u in , alwaar
dergelyke Oranje-Vlakken een groote Plaag
z y n vo or de Vru g tb o om en , tegenwoordig ( in
September 1768) ook plaats h e e ft. D a t V l ie g agtig
Beeftje van grootte als een V lo o , n u ,
nfet het Mikroskoop onderzoekende , bevond
ik het L y f bruinagtig geel te hebben, de W i e ken
, Pooten en Sprieten w ita g tig cfoorfchy-
nendc ; de Oogen zw a rt met w i t geftippeld-
D e Sprieten van h e tz e lv e ,j z o w e l als de W ie ken
, waren veel langer dan het L y f , Draadag-
tig dun en beftonden uit e l f L e e d je s .' Op de
W iek en vertoonde z ig een blaauw Purperige
weerfchyn. O f dit V lie g je uit dat Schurft
w a s voortgekomen , kan ik niet v e rzek e ren ;
doch w e l , dat ik dit S c h u r f t , w elk ze e r hard
was , met een fy n Naaldepuntje van een fcheu*
ren d e , zeker S to f k re e g , ’ t w e lk , v o o r ’ t M i-
. ' kros