V . LiNNiEUs maakt gewag van eene zonderlinge,
£ x iV L' eiSenfchaP deezer Drek-Wormen, gelyk men
H oofd- z;e met reden noemen kan. Z y groeijen, fom-
fTS^ tyds, in Boekbinders Sty fze l, en worden dan,
poch door ’t kloppen met een Houten Hamer,
noch door ’t fty f famendrukken in de Pars,
vernield ( * ) .
(22) Vlieg, die ruig is, met Borfielfprieten:
van Kleur geelagtig, met de tip van 't Agterlyf
witagtig, de Kniefen voit.
Deeze vindt men in de Weidlanden.
C23) V lieg, die ruig is, met Borfielfprieten•
: zwart van Kleur ^ het Schildje witagtig
hebbende en de tip van *t Agterlyf geelagtig.
(24) Vlieg , die bruin is met Borjlelfprieten;
hel Voorhoofd geel, de tip van 't Agterlyf
Oranf
t ) Aus Cphynt het rpy, dat de volgende plaats, in Faun,
Suec. Ed. I. p. 320, verftaah moet worden. Mira proprietas.
"Larva qua inter ramenta Papyracea, Aqua immerfa, dunt
Pappus conficitur a Bibliopcgis, Malleis ligneis tunditur , fov
tisftme Pr aio comprimitur, tarnen vivit incolumis. Hoewel an*
deren dit, van het maakeh van Papier uit Vodden, begrypen.
Zie/1 Hiß. des Inf. env. Paris. Tom. XI. p. 521. In Fauu,
Suec. Ed. II. p 4+4. zegt LiNN^US alleenlyk; Habitat in
Aquis Stagnantibus, Cloacis , Bibliopegerum Pappa , vixPraio
deftruenda Larva. Kan Pappus Bibliopegerum iet* anders *yn
dan Styfzel?
f22) Mufca Antennis Setariis, tomentofa lutescens; Abdq-
jninis apiee albido, Genubus albis. Syß. Nat. X.
f23) Mufca Antennis Setariis, tomentofa nigra; Scutell»
albido; Abdomiuis apke lutescente. Faun Suec. 1070.
(24) Mufca Antennis Setariis, fufca; Fronte flava;, Abdo-
' «nixxn.
httricaria.
XXIII.
pejlracea,
XXIV.
Luctrum.
Oranjekleurig ruig; het Schubbetje, der Onruften
Melkwit hebbende. LX1V.'
H oofd-
£ 2 5 ) Vlieg, die ruigagtig is, met Borfielfprie- stvk.
ten, het Borflftuk graauwagtig, het Ag- xxv.
terlyf zwart en den voorfien Ring geheel Luc*runt-
geel hebbende.
(26) Vlieg, die ruig is; en zwart, met Borfiel- xxxu
ibrieten, hebbende den laatfien Ring van’tSylvarum.
PP 7 der Wil-
Agterlyf ruig en geel. derniffen.
Deeze allen worden in de Bosfchen van
Sweeden gevonden.
f27} Vlieg met lange Borfielfprieten, die zwart XXVH
is van kleur , hebbende oet Borfifiuk, op zy- BitinEia,
de, met geele Stippen en het Agterlyf metTw^ f
twee geele Gordels.•
Het Agterlyf is in deeze, gelykerwys in de
volgende glad, en de voorlte Band afgebroken.
(28)
minis apice tomentofo fulyo; Squama Halterum la&eS, Syft.
Nat. X.
(*s) Mufca Antennis Setariis, fubtomentof*; Thorace fub»
tomentofo; Thorace fubgrifeo; Abdoinine nigro , Segmento
primo toto fiavo. Syft. Nat. X,
(aó) Mufca Antennis Setariis tomentofa, nigta; Abdotni-
nis ultimo fegmento tomentofo, flavo. Syft. Nat. X.
f27) Mufca Antennis Setariis, elongatis, nigra; Thorace,
lateribus punftis; Abdoraineque eingulis duobus, flayis. Syft,
Nat. X.
L DïXL. XII. STUK, H h s