V. deezer Infekten meeft bruin o f graauw en niet
* - EL' aanzienlyk. Onder de uitheemfche, evenwel,
H o o f d - heeft men ’er die fraay zyn van Kleur.
s t u k . De Kenmerken worden afgeleid van de Snuit
kenra et* o f Zuiger, die in deeze Infekten eene zonderlinge
gedaante heeft Dezelve Haat Loodregt
onder den Kop, en legt niet in een uitgehold
Groefje, gelyk by de gemeene Huisvliegen;
maar vertoont zig duidelyk, en heeft aan ’t
end twee dikke Lippen Aan deeze Snuit, of
wel by haare inplanting aan den K op, zitten
twee ruuwe Haakswyze deelen, die men
Baardjes o f Voelertjes kan noemen, en zeer
kort zyn in de Mannetjes. Deeze fchynen tot
bedekking o f befchutting te, dienen van de
Snuit, welke van boven als een Geutje heeft,
daar het eigentlyke Werktuig in legt, dat tot
fieeken dient, kunnende zig ver buiten de Lippen
uitftrekken. Hetzelve beftaat uit zes on-
derfcheidene Hukken, van gedaante als fcher-
pe Lancetten, hard en Hoornagtig van zelf*
Handigheid. Men begrypt uit de keurlyke afr
beelding van dit W erktuig, door R e a um u r
( * ) , gemakkelyk, dat deeze Infekten in (laat
zyn daar mede een zo pynlyke Steek te doen
aan den Menfch, en door de harde Huid van
Paarden en Koeijen heen te booren; zonder
dat men zulks aan de Haakagtige Baardjes, ge-
« lyk
(*) T a b , X V I I I . Mem. T O M . IV . Part. I ,
lykGEOFFROY doet ( t ) , die geheel onbe- v .
kwaam daar toe zyn , behoeft toe te fcbi yven.
De Heer R e a um u r heeft zelfs waargeno hÓofd*.
men, dat die zes Lancetswyze Stukken niet stuk.
alleen dienen om in te booren, o f de van elkander
wykende opening wyder te maaken, maar
„ zy ' formeeren , zegt h y , famengevoegd
,, zynde, het lighaam van de Pomp, welke
„ het ingezoogen Bloed brengt in de Zwelg-
„ pyp der Bremfen. Wanneer deeze verholen
„ Prikkels ver uitgefchooten zyn om die-
, , per in te dringen onder de Huid der Runde-
„ ren, en wanneer zy dan fchielyk terug ge-
,, haald worden, doen zy midlerwyl, waar-
„ fchynlyk, het werk van Zuigers o f Stam-,
„ pers, en mooglyk van beiden, en even zo
„ is het misfchien ook met de Prikkels der
,, andere Vliegen gelegen” . Het bleek ten
minlte hem zeker, dat het Bloed door een
Pypje, van alle die Lancetswyze Stukken, te
famen, geformeerd, in het L y f van de Brems
kwam, en niet pasfeerde door eenige opening,
tusfchen de Lippen geplaatlt: waar
van hy zig overtuigd hadt, door met een Vergrootglas
de werking van den Zuiger in een
Brems, die hem Hak, té befchouwen.
„ Het was in ’t midden van September, datwaamee-
„ ik my, (zegt zyn Ed.j) bevond op een ^ 2 .'
, , moei-
Cf) Hifi. des Inf. tnv. Paris. TOM. II. p. 45?. II paroit
que ces especes de Cross aigus lui ont e6c donne's pour per-
eer & fuccer.
I. deel x i i . Stuk,