44 B ê s c h r y v i n g v a n
V. zo groote veelheid teffens te voorfchyn; dat
het Land, omftreeks de Rivieren, 'er door
Hoofd- bedekt, en de Lugt, als ’t ware door hunne
stuk. vlu gt, verduifterd wordt. Maar deeze Zwermen
zyn niet lang van duur. Aangezien deeze
Infekten, dikwils, niet meer dan eenige
Uuren leeven , is men ’e r , na twee o f drie
Dagen, van verloft, en ziet eensklaps dezelven
vgrdwynen; vallende daar vanveelenin ’t W a ter
, alwaar zy tot Aas ftrekken voor de be-
wooners van dat Element. Om die reden worden
deeze Infekten, op fommige plaatfen, de
Manna der Viffchen geheten, ’t Gebeurt ook
fomwylen dat z y , door den Wind, in Steden,
die aan de Rivieren leggen , gedreeven worden
, en aan de Inwooners tot laft ftrekken.
Men kan niet befpeuren dat de Haften, in hunne
volmaakte Raat, eenig Voedzel gebruiken,
Zy fchynen het ook niet noodig te hebben ,
wegens de kortheid van haar Leven. Het fchynt
dat zy niet tot dien Staat komen, dan ter voortplanting
van hun Geflagt.
Sooiten. Drie Afdeelingen heeft L innjEüs onder de
Haften gemaakt, waar van de Èerfte de Staart
met drie Borftcls; de Tweede de Staart met twee
Bfjlels, en de Derde de Staart zonder Borjlels
heeft. Het getal der Soorten was zes, waar
by thans drie nieuwe gekomen z y n : zo dat
men fer negen, in Sweeden , waargenomen
heeft. Agt'hadt men ’e r , omftreeks-Parys,
gevonden.
Haft,