A fdeel ^or^e Haairljes Zaagswyze bezet; het
LXIV. -Agigrlyf en de Pooten Roeftkleurig.
H oofd*
stuk. Men vindt deeze dikwils, in menigte , verward
zitten in het Spinrag o f de Spinne webben
in de Tuinen.
(66} Vlieg met Borftelfprieten , die dunhaairig
' en zwart is , hebbende de Wieken ge-uderd
en de Oogen Roejlkleurig.
In de Wyn-of Bierkelders wordt deeze meelt
gevonden.
Lxvn. (67)^Vlieg met Borftelfprieten , die dunhaairig
onweersl' ■ is en zwart; hebbende het Agterlyf A ff-
vl^g‘ graauwagtig , de: Wieken geelagtig by h
Gewricht en de Qogen bruin van kleur.
Men ziet deeze, voornaamelyk wanneer ’er
een Onweers - o f zwaare Regenbuy op handen
is , dik vliegen en zwermen om den Kop der
Paarden. Z y is eens zo groot als de vol*
gende.
xxviTi. (68) Vlieg met Borftelfprieten, die eengenma-
Putris.
Rottige. ' . V'-'1': W.
pilis breviflïmis ferrata; Abdomine Pedrbusque ferrugincis,
Sy/h Nat. X.
(66) Mufca Antennis Setariis, pilofa, nigra; Alis nervofis,
Ociilis Ferrugiireis. Faun. Suec. m i .
f67) Mufca Antennis Setariis pilofa nigra; Abdomine fub.
cinereo, Alis bafi fubflavis; Oculis brunneis, Iter Wgoih. 37.
(68) Mufca Antennis Setariis, fubpiiofa, atra; Alarum
cofti nigra, Oculis feimgineis. A, Faun Suee< iixo. S.
Fau*’
LXVI.
Cellaria.
Kelder»
Vlieg.
te dunhaairig js en zwart, hebbende & Aci* v^
Rib der Wieken zwart en de Oogen Roefl- l x iv . *
kleurig. - Hoofd'
stuk:
ïn de Mefthoopen onthoudt zig de Made
van deeze Soort zeer overvloedig, en de Vliegjes,
die niet grooter dan Muggen zyn , komen
daar uit zo dik als Hagel voort.
Weinig verfchilt van deeze , in ge Halte en<V«*wl.Bg
grootte, die Soort van Vliegen, welke aan de
Kaaskoopers zeer bekend zyn , onder den naam
van Kaasvliegen , en waar van het Wormpje
op de Kaas aast. Het Vliegje hadt, by Goe-
d a a r t , agt Dagen geleefd zónder vöedzel.
Met haar Snuitje, evenwel, ziet menze op de
Kaas prikken ; waarfchynlyk om te voelen,
waar die week genoeg zy , om ’er een Eytje
fn te kunnen fteeken. De Wormpjes doen
verbaazende Sprongen door enkele famenbui-
ging van Kop en Staart.
(69) Vlieg met Borjlelfprieten , die dunhaairig lx ix .
is en zwart, hebbende de Onrufien , betpf“^
onderfte der Agterpooten, als ook het Agter-
lyf» groenagtig bleek.
Zeer omftandig befchryft L innjeus , in de
* StokjFaun.
Suec. 1109. GOED. Inf. T. 75» AI Fit. Éur. T. 48.
f. 83. list. Goed. T. 132. FRisCH. Inf. I. T. 7.
(69) Mufca Antennis Setariis, pilofa, nigra; Halteribus,
ïhntis pofticis, Abdomineque virescenti palüdis. Linn. AEI‘
StcckJs. 1750. p. 128.
I. Deel. XII. stuk*