NA
fdeel.
LXXI,
liüOFDSTUK.
"f Mouches
en coeur
Uighaams
deden.
De Sprie'
ten ont*
breeken*
end :van !t Agterlyf hebben, wel Hart - V i l t -
» 8en t zou mogen noemen.'
M De Kop is kleiner, ten opzigte van het
„ Lighaam, dan by de VJiegen in ’t algemeen,
„ en.cenigermaate driehoekig van figuur. Het
, , B o r f t f t u k , daarentegen , is groot en rond.,
„ doch plat en fterk glinfierende, fchoon be-
5, zet met eenige Haairtjes, die niet dan met
„ een Vergrootglas te ontdekken, zyn ; bi-uin
• Kofiykleur met geelagtig witte Vlakken.
' Het Agterlyf, nog platter en rondagtig, is
, , doorgaans broeder dan lang.(*)., hoewel dat
„ der Wyfjes zig , tot de Eijerlegging, een
j, weinig ui tref t of.langer rpaakt, doch meed
„ opdezyden ; waar door he t’L y f OP11 eeni-
„ germaate 'Hartvormige figuur yerkrygt. Het
„ zeïye is van. Ijoven bruin en geenszins glan-
„ zig... Doorgaans is haar Buik.weinig gevuld
„ met Sappige Stoffen, het welk maakt, ,dat
„ de genen, die ze. op de Paarden vangen,, ze
, , moeielyk te verpletteren vinden , (,en men
„ kanze rnet;de, Vingeren,. >yaax tuffch.en zy
doorglippen , , naauvvlyks( dood drukken, if.*
Ook leeyen zy , na; dat de Kop ’er .afgehomen
is nog een lange poos, gelykdommige Kapellen.
' „ Deeze Infekten houden, yyanneer zy-nie't
„ vliegen , de Wieken kruislings over, elkan-
„ der',
: (* ) P lu s qua lens: ik d e n k d a t h y m e e n t ' ; plus U r# 'q u e ,
len^, -
„ der, boven ’t L y f , «rekkende zig wel d e ^ V .^
„ helft daar over uit. Haare Pooten zyn taa- LXXI
„ melyk helder geel, en hebben ieder, aan ’ tH oofd-
* end, twee groote kromme Klaauwen. M e tSTÜK*
„ alle moeite, door my aangewend , heb ï k ^ .
£ de drie kleine Oogjes, die men agter op den
„ Kop vindt in de meefte Vliegen , niet by
„ haar ontdekken kunnen. Z y fchynen dezel-
„ ven ook niet noodig te hebben : want de
„ Netswyze Oogen, die bruin zyn , ftrekken
, , zig van vooren uit, tot aan het agteifte van
J den Kop , die boven op witagtiger is , met
, , een foort van indrukking. Van Sprieten
, , fcheen my deeze Vlieg ontbloot te z y n ,
„ o f dezelven waren zo klein , dat ik ze er
„ niet voor heb aangezien. Onder alle Soor-
„ ten van Vliegen * door my waargenomen, is
33 deeze de eenigfte, aan welke die beide Lig-
„ haamsdeelen ontbraken
„ Van vooren fchynt de Kop een foort van Het
„ Bek te hebben, die taamelyk lang is, gefor- SnuitJé‘
„ meerd wordende door twee Paletten , die
„ ovaal zyn van figuur, glimmend zwart, en
3, op een horifontaale lyn , zeer digt by el-
,, kander, geplaatft. Gewoonlyk voegen zy
„ zig tegen elkander aan, .en, hoewel zy an-
„ derszins veel gelyken naar de Paletten der
„ Vliegen in’t algemeen, hebben z y doch een
„ gebruik , daar die geheel onbekwaam toe
3, zyn. Met elkander maaken zy de Scheede
„ uit , van een uitermaate fyn Snuitje ; het