6o B e s c h r y v i n g v a n
A fdeel ^ e^en » dieniet horifontaal leggen o f op Haan,
XLVII. gelyk in de Juffers en het Haft, wanneer zy
Hoofd- f t il zitten; maar, langs de.zyden van hetLig-
UK’ haam agterwaards gedrekt en van bóven Daks-
wyze famengevoegd , aan ’t agter-end verhevener,
byna de gedalte formeeren vandeMot-
Uiltjes en eenige andere Nagtkapellen. De randen
der hovende Wieken zyn omgeboogen, en
maaken , met het overige van de W iek , een
regten hoek, boven op het Lyf, Deeze Wieken
zyn ondoorfchynende , en met eenigerley
Kleuren getekend. De onderfte zyn gemeen-
lyk doorfchynende, en leggen, als het Uiltje
zit , onder*de bovenden te famen geplooid.
De Bek heeft geen Nypers , maar een klein
Snuitje ofZuiger, van vier Baardjes omringd;
de twee bovenden lgnger , de twee onderden
•korter. Byna alle de Soorten hebben de Sprieten
lang, ja fommigen langer dan het Lighaam:
z y bedaan veeltyds uit Ringetjes, die beurt-
lings wit en bruin zyn. In byna alle deeze In-
fekten zyn de Kleuren donker en niet zeer
fraay, doch in eenigen niet onaar tig gemengeld
o f ook met Vlakjes getekend,,
soorten. Zeventien Soorten geeft L in n a ïu s op van
dit Gedag t , die altemaal in Europa waargenomen
zyn, en waarby zyn E d ., in de befchryving
der Sweedfche Dieren , nog eenige nieuwen
gevoegd heeft; zo dat het getal der Soorten,
in Sweeden waargenomen, thans drie-en-twin-
tig is. G eoffroy heeft ’er, omdreeks Parys,
twaalf
d e W a t e r - U i l t j e s. <5i
twaalf gevonden, ’t welk met de Watervliegen, Af^,'eu
door hem, om dat zy tweeBordeltjes o f Draad- XLVH.
jes aan de Staart hebben, daar van afgezonderd, Hoofd.
zedien Soorten uitmaakt. Zeventien Soorten
van dit Geflagt heeft Doktor Scopoli in Kar-
niolie ontdekt. De Heer Gronovius tekent
maar drie Soorten van Water-Uiltjes aan,onder
die van ons Land. Zie hier de eerstgemel-
den agtereen.
fi') Water-Uiltje dat zwart is, hebbende de r.
t v J . . . „ P h a U n e - Wieken• witagtig , met zwarte r takken au.
r Jtapel- daarop verfpreid. agtig.
Deeze Soort, de grootde en aanzienlykde
van de genen , die men in Europa vindt, is
door U d d m a n n , by Abo en elders, in Fin-
land , waargenomen. Zy heeft de Sprieten
half zo lang als het L y f , dat zwart is , en de
hovende Wieken, als gemeld is , doch de onderden
w it , van agteren zwart gebandeerd.
(2) Water-Uiltje , dat zwart is, hebbende n.
de Wieken mal > met zwarte Streepen ge- Geftreepr.
aderd.
De Heer R e a u m ü r geeft een zeer omftan
Ci) Phryganea nigra, Alis albidis 5 maculis nigiis fparfis.
Syfl.tN.at. X . Gen. 208. Phryganea nigra, alis albo- pallidis;
xnaculis plurimis nigris. ï d d m . D ijP 53-E
(2) Phryganea nigra, Alis teftaceis nervofo-ftriatis. F***,
S»ec, 738. Al d r . Inf. 7A3. REAUM. 1hT> III. T. 13.f. 8, 9 ?