V. ( 8 ) R o o f v l ie g , die ruig is en Afchgraauwagtig,
L X T x ' met de Dyèn ZWart-> de Schenkels rood-, de
Hoofd-* Wieken bruin en by ’t Gewricht wit.
STUK.
vin. D e e z e , die naar de volgende volkomen ge-
Germam. j y k t , doch eens z o groot is , h e e ft men in
Dmtfche, Dfiitfchiand gevonden , alwaar nog onlangs,
door den Heer Schreber , een nieuwe Soort
is ontdekt , die het Borftftuk met een weer-
fchyn van Gouden vlakjes h e e f t , het A g t e r ly f
w ed e rzyd s met v y f w it te V la k k e n , zyn d e van
middelmaatige grootte C f _),
lx. Cp ) R o o f v l ie g , die ruig is en Afchgrciauwagtig.
Forcipa*
ï2env bynaam van Genyptangde v o e g t deezen
•tangde. te regt , a lzo de Staart van ’t Mannetje als
een N yp tang v e r to o n t, doch het W y f je hee ft
de Staart fpits. M en zo u dan om een dergelyk
gebruik van dat Lighaamsdeel denken , als in
de Juffers o f L ib e lle n ; maar F risch h e e ft op-
gemerkt , dat deeze R o o fv lie g daar , to t een
ander oogmerk , z ig van bedient. M e t deezen
T a n g , zeg t h y , v e rw e e r t de V lie g z ig to t
o v e r den K op heen , en houdt onder z ig den
R o o f , die haar wat te flerk i s , welken z y met
de zes Pooten z o om v a t , dat de ze lv e haar niet
kan
(8) Aftlus hirtus fubcinereus; Femoribus nigris; Tibiis ru-
bris; Alis fufcis Bafi albis. Syft. Nat. X.
( t ) Aftlus Teutonus. Syft. Nat. XII. p. 1008.
(9) AfiUs hirtus fubcinereus. Frisch. Inf. m . p. 35.
T. 7.
kan ohtfnappen. ’ t Is ondertufTchen zonder-
lin g , dat deeze Soort alleen maar dergelyken Lx iX .
N yp tang h e e f t , en niet dan in de Mannetjes, Hoofd-
als ge zegd i s : des die anddren zonder zu lk
een T a n g raad moet weeten to t het bemagti-
gen van haare prooy. In ’ t ft ilz it te n , o f als
z y niet v l ie g t , le g t z y de W ie k en over e lkander.
Omftreeks Parys is deeze S o o r t , z o w e l als
de beide volgende , ook waargenomen , en
D o k to r Scopoli vondt een dergelyke G en yp tangde
R o o fv l ie g , van een h a lf Duim la n g , in
Karniolie. Op Java komt de z e lfd e , doch
driemaal zo groot v o o r , z e g t L innaeus ; g e -
ly k men ’e r , in ons W e r e ld sd e e l, ook ééne
h e e f t , die gro o te r is , met de Schenkelen
Roestkleurig ( * ) . H e t M a s k e r , dat een w i t te
Made is ,v a n ruim een Duim lan g ,h eb b en de
den K o p zee r fp it s , wordt des Vo o r ja a rs
in de Aarde gevonden. D it W o rm p je in een
D o o s je hebbende, raakt men het ^eer l i g t k w y t ;
om dat h e t, met zyn fpitfen K o p , door alles wat
z a g t i s , en dus ook door H o u t , heen k an b o o-
r e n ; ge lykerwys het Masker van de grootere
E u ro p ifch e , van welker Verandering h ie r v o o r
gefproken is.
C10) R o o fv l ie g , die graauw is en haal, met x.
V . n 7 Ti Tipuleides. drie zwarte Streepen op de Rug. schoenlap-^
D e e - P ^ w *
(*) Syft. WH Ed. XII.
(10) Aftlus lividus nudusj Thoracis lineis dorfalibus tribus
nigris. Faun. Suec. 1033,
ï . Deel. XII. $tvk,