4 0 G B e s c h r y v i n p v a ij
Afdee Borstfluk geel mét een zwarten Band, het
LXII.' -dgterlyf Oranjekleurig en geel getipt heeft.
H oofdf
tuk. Deeze Kenmerken onderfcheiden genoegzaam
den Horfel der Rendieren in Lapland van
den Horfel der Runderen , gelyk elders is
aangeweezen ( * ) . Ik zal derhalve in de be-
fchryving van dit Infekt o f van de Ziekte ,
Curbma genaamd, die door hetzelve den Rendieren
veroorzaakt wordt, niet uitweiden: te
minder, om dat ik reeds daar van gefproken
heb ( t ) , Alleenlyk zal ik eenige byzonderhe-
den in opmerking neemen, waar in deeze Horfe
l, bovendien, van den Horfel der Runderen
fchynt te verfchillen.
De Rendieren, naamelyk, die, om zo te
fpreaken, de Paarden, Koeijen en Schaapen
der Laplanderen zyn , worden niet alleen door
deeze Infekten grootelyks geplaagd, maar zy
hebben ’er ook veel van te lyden; zodanig,
dat dikwils een derde deel yan eene Kudde aan
de Huidkwaal, door deeze Vliegen veroorzaakt,
komt te fneu velen. Haar Leg o f Stuit
hoe puntig ook zig vertoonende, is,doorzyne
flap-
3Öa. ij. 5 1 7 - I inn. S t o c k ) .1739, t . 3. £ 5 ö,
l l f f l . A l t . Upzal. 17.
( * ) In het I. D e e l der Uitgezogte Verhandelingen, aan het
e n d , alwaar een uitvoerige befchryving en a fb eeld in g van dee-
?en H o r fë l, is gegeven.
C D Z i e het H l . St u k deezer N a t u u r l y k f i H i j l o r i e , black.
II4.
© E H O R S E L E N. 407
Rapheid, onbekwaam om in de Huid teboo-
ren: zo dat de Eytjes ,door haar, flegts in het LXII.
Haair van de Vagt gelegd worden. D u s , zegtimo^o-
L innjEUS , is het uitgebroeide Wormpje genoodzaakt,
voor zig een woonplaats te zoeken
in de Huid, waar het inkruipt, en dan, den
geheelen Winter daar in gehuisveft hebbende,
aldaar d e' Verandering ondergaat, een Pop
wordt, en als een Vlieg o f Hommel te voor-
fchyn komt uit de Huid dier Beeften.
Deeze Horfel is tweemaal zo groot als die
der Runderen, Hy heeft het Agterlyf ruiger,
met het Vel wel zwart, doch daar op eene
Oranjekleurige en aan de tip een geele wolligheid.
Het Borstfluk is geel, met een zwarten
Band tuffchen de Wieken, die ongevlakt, en
de Pooten zwart zyn,
Horfel, die de Wieken ongevlakt, het Borst- in.
t / t i r * , . N& fd lllSm Jlük Roeftkleiing, het Agterlyf zwart met Neus-Hor -
geel Haair heeft.
Deeze Kenmerken onderfcheiden den Horfel,
in Lapland Trompe genaamd, van devoor-
gaanden. Hy kruipt in de Neus der Rendieren,
en brengt dus Wormen voort in de Voor-
hoofdsholligheden, die van hun, als zy op
Reis zyn , in ’t Voorjaar, dikwils uitgefpoo-
gen worden. MifTchien hebben die in ’t Voorhoofd
C s ) Oeflrus A lis im m a c u la t ïs ; T h o r a c e E e r ru g in e a J A b d o
m in e n ig t o , P ilis fla v is . Faun. Suec. 10 2 6 .
I. Deei, XII. STVK. C C 4