A fdeel g e en ^ ° ° ^ 5 *n Se(^ag te M u g g e tje s , be-
L X V I .' vond. In gro o tte en geftalte verfchillen z y
H oofd- weinig van de voorgaande Soort.
STUK.
v. ( 5 } M u g , die zwart is, met het Agterlyf bruin
ërden- J en bet Voorhoofd wit. .
Mug.
In Lapland is deeze kleinè Soort van M u g gen
, niet grooter dan een Luis zynd e , zee r
gemeen , en plaagt inzonderheid de Paarden,
(d ie aldaar byna n iet dan van de Pafloors o f Predikanten
gehouden w o rd en , ) en de Runderen,
ongemeen; door fto u te ly k , al Blo ed zu igend e,
tuflchen het Haair ia te loopen. Menfchen
worden -’er naauwlyks van aangedaan.
StZlre ^ M u g I die Tegelrood is, met Netsgewyze
Drek- Wieken, hebbende op de Borjl ééne, en over
’£ Agterlyf drie zwartagtige Strnepen.
V an de fto f fe , waar z y op gevonden w o rd t ,
heeft d e e ze haaren bynaam.
L X V I I .
(5) Cutex ater, Abdomine fufco, Pronte alba, Faun. Suec.
1120. FL Lapp. 359.
(6) Ctilex teftaceas , Alis reticulatis, Lïnea Thoracis, tri-
busque Abdominis, nigricantibus, Sy/i, Nat, X.
AL X V n .
T X V I I H O O F D S T U K . Hoofd-
STUK,
Befchryving van ’t G e lla g t der D r i l -M u g -
g e n , die men (tok wel Danfende Muggen
noemt.
Den Nederduitfchen naam van D r i l -M u g g e n Naam.
g e e f ik aan een G e lla g t van In fek ten ,
die van anderen Danfende Muggen g e ty te ld
w o rd en , om dat z y de eigenfchap hebben van
z ig in de L u g t al huppelende te b ew e e g en ,
te rw y l z y daar in b y avond zw e rm en , ge ly-
kerwys de Muggen. B y de oude Autheuren vind
ik daar van geen gewag gem aak t, en de Griek-
i c h e Geflagtnaam Empis fch yn t weleer , onder
anderen, op de Muggen toegepa ll te z y n .
D e byzondere Kenmerken van dee ze Die r tje s Renmer-
beltaan in een Snuitje te hebben , dat Hoorn-
a g tig is en omgeboogen , langer dan het B orlt-
Ituk , tweekleppig , met de Klepje s horizontaal.
V o o r het overig e ge lyken z y v e e l naar
Mu g ge tjes o f kleine V lie g je s .
In dit G e lla g t waren maar drie Soorten op-soorten,
ge teken d, doch waar b y thans nog tw e e anderen
gekomen z y n , als v o lg t.
f 1 ) D r il-M u g met Draadsvoyze Sprieten, die r.
Empis
'__ ZVOart Borealis.
Noord-
(1) Empis, Antennis Filatis, nigra; Alis fubrotandis, fuf- landfdie»
«o ferrugineis, Faun. Suee, 103S, Syfl. Nat, X, Gen. 225«
X. Deel, XII Stuk« N n J