A fdee 55 te b°oren en difi te graaven. Mis-
Lvil.' js fchien doen zy ook haar voordeel met de
Hoofd- j} Holen of Reeten , door de Mollen ge-
STUK ’ ,, maakt: maar zy moeten zekerlyk, buite°n-
„ dien, nog veel arbeids aanwenden, om dee-
„ ze Holen de wydte te geeveh van meer dan
„ een Voet in middellyn, gélyk dit de grootte
„ van deeze Nellen dikwils vereifcht. Als
,, men de öpening met Aarde Hopt, die zelfs
„ daar boven ophoopende; weeten zy in ’t
„ kort zig weder Lugt te verfchaffen, en
„ draagen op een verwonderlyk behendige wy-
„ ze die Aarde weg met haare NypersofTan-
„ den ”.
„ A r i s t o t e l e s en P e ï n i u s beweeren, dat,
„ wanneer de Wespen haar Opperhoofd ver-
„ looren hebben, zy zig in hooge plaatfen ter
„ woon begeeven : dat menze als dan haar
„ Nellen op Boomen of op de Koornzoldersf
,, ziet bouwen. Moet dit Huk, egter, niet
gevoegd worden by het getal der genen,
,, welken de Ouden ons overgebriefd hebben,
„ zonder dat zy zelf daar van genoegzaam
,, verzekerd waren ? Ik weet niet, of zy door
„ de Opperhoofden der Wespen de Mannetjes
„ ver Honden of de Wyfjes: maar dit weet
„ik, dat, in welk een wanorde men ook een
„ Wespen-Nell gebragt hebbe, zy hetzelve
,, nooit verlaaten, en, daar is geen deminlle
„ waarfchynlykheid, dat zy, om haare fpyt
„ te toonen over "t verlies van haar Opperhoof
„ hoofden, haar eerlle Wooning v e r la a t e n
,, zouden, om een andere te gaan opllaan in lvil
„ een Standplaats, zo wyd verfchillende vanHooFD-
„ die, welke natuurlyk door haar verkooren STU1'*
„ wordt ’%
’c Is bekend, dat de rype en belle Vrugten,
van allerley Soort, in ’t heetlle van den Zomer
, door de Wespen zeer veel befchadigd
worden. Zy ontlleelen ook de Byën dikwils
haaren Honig, en voeren deswegen den naam
van Dieven of Honigdieven. Haar eigen Nesten
llrekken dikwils de Muizen of Rotten, ja
ook de Vollen tot Spyze, die zig vergallen
op de Wormen, uit welken de Wespen, op
dergelyke manier als de Byën, voortkomen.
Ik heb, van haare Voortteeling en Verandering
, reeds gewag gemaakt *. »Ziebladz.
252, 253.
Cs) Wesp, die het Borstjluk met twee geele
Streepjes en Stippen getekend heeft; het Ag- Roffe.
terlyf geel en van voeren Roefikleurig.
Deeze, welke zeldzaamer voorkomt in de
Tuinen van Sweeden, verfchilt van de gewoo-
ne Wespen alleenlyk in de Kleur. Doktor
S c o p o l i hadt, in Karniolie, eene Wesp gevonden,
welke hy de Bofch-Wesp noemt, insge-
lyks in Kleur van de gewoone verfchillende.
Om-
( 3) Thorace lineolis punftisque duobus flavis; Ab
domtne fiavo antice ferruginco. Fdun. Suet. 998. REAUM
Inf. VI. T. 14?
I . DIEL. XII. STUK. S 4