V.
A fdeel.
LVIII.
H oofdstuk.
Snuitje, door de. kanten der Bladen, voor te
komen.
Het Wormpje, dat uit het E y tje , in zulk
een Kokertje gelegd, voortkomt, is wit, en
gelykt zeer naar die der Honigbyën. Als hetzelve
tot volwaffenheid gekomen is , fpint het
zig een Tonnetje vanZyde, dat dik is en vaft
van geweefzel, met zyne grootfle uitgeftrekt-
heid aan de wanden van het Kokertje gehecht.
Het kleeft ’er overal aan, uitgenomen op de
plaatfen, daar zig de uitwerpfelen bevinden
van het Wormpje. Uitwendig is de Zyde van
het Tonnetje grof en bruin; van binnen zeer
fyn en witagtig, naar Satyn'gelykende. Hier
in brengen z y , waarfchynlyk, in de geflalte
van P op , den Winter door : aangezien de
Byën niet dan in ’t Voorjaar verfchynen. Onder
de Snydereffen, en zelfs onder die derRoo-
zebladen, heeft men ’e r , die haare Kokertjes
weeten te plaatzen, daar zy lang gaaf kunnen
blyven, indien, (gelyk Ray verhaalt, maar
’ t geen hy verzuimd heeft te zeggen o f hy het
gezien had, ) de Scheeden der Blaadjes, diehy
befchryft, weezentlyk gehaald waren uit Gaten,
in rottig Wilgeboomen-Hout geboord.
Wat my belangt, ik heb ’er nog niet gezien
dan in de Grond, en, die my van verfcheide
plaatfen toegekomen zyn , waren altemaal uit
de Aarde gehaald, zegt Reaumur (* ) .
Cs)
(*) Mem. fur les Inf, Tom. VI, I, Part. p. 151, O&avQ,
y -y B v , die zwart u , met het Borstfluk ruig . v -
j . ' , , , \ . . ö A fdeel. en witagtig, zwart gebandeerd; het Agter- LviII.
lyf blaauwagtig. . Hoofd-
; STUK.
Deeze komt in Sweéden minder voor. Z y v.
is van middelmaatige grootte, doch ook klei-Cm^ . a'
ner dan een tamme Honigby. graaauwe.
(A) By, die zwart is, met de Wieken zwartag- vi,
tig blaauw, het Agterlyf met een Eyrond- menf.L
agtig Steeltje. '
Deeze is groot en heeft de gedaante van een
Bafterd-Wesp, maar is met een Zuiger voorzien.
( 7 ) B y , die zwart is en ruïgagtig} met den , v il
grondfteun van het Agterlyf Jlomp, de flg- St0mpe!*
terjle Schenkelen aan ds buitenkant Wollig;
Met deeze, die de groote van een Honigby xcyir,
heeft en in Europa gevonden wordt, fchyntF‘s- 7*
die van onze Fig. 7 taamelyk overeënkomftig
te zyn. Dezelve heeft het Borstfluk geelag-
tig gehaaird, en de ruigte aan de Agterpooten
is ros o f Roeftkleurig.
C8)
(s) Apis nïgra, Thorace hirfato albicante , Fafdl nigra,
Sjft. Nat. X.
(6) Apis atra, Alis atro-coerulefcentibus; Abdominls petio-
lö obovato. Syft. Nai, X.
(?) Apis rtigra fubhirta , Abdominis bafi ritufa; Tibiis
pofticis extus lanatis. Syjl. Nat. X.
I. deel, XII. STUK, X