V. hec L y f der Offen o f Koejen te vangen , ge-
Afdeel jnakkeiyjf overtuigen.
stuk*.0* CI23 Brems, die de Oogen zwart gejlippeld
M xu* heeft en de Wieken gevlakt. Ccecutiens. 0
Zeer eigen is de bynaam van deeze, die in
Sweeden, gemeenlyk, Blind - Knagg getyteld
wordt, en zeer veel voorkomt in de Zuidely*
ke deelen. Men heeftze omftreeks Parys waargenomen
, als ook in Karniolie, alwaar zy aan
den Waterkant gevonden wordt, en zeer laftig
is. Zou het ook die kleine Soort van groenag-
tigeBremfen z yn, welken R e a um u r op de
Bloemen gevonden hadt, met de Oogen van
eenerley Kleur o f niec gebandeerd ? Hoe 5t z y ,
ik zal hier de omltandige befchryving geeven
van deeze Bremfen, welken de fcboonfte van
allen zyn , volgens den Heer d e G e e r ( f ) .
5, In ’t laatft van Juny komen zy te voor-
„ fchyn, en zuigen het Bloed uit Paarden en
„ Rundvee : zy fteeken ook de Menfchen,
,, wanneer menze niet weg jaagt. Haar Wie-
„ ken zyn wit en doorfchynende, met groote
„ zwarte en zwartbruine Vlakken. Een zul-
„ ke Vlak bevindt zig aan ’t begin der W iek ,
„ een andere in het midden, die dwars door
„ den geheelen Vleugel loopt, en de derde
,, aan
m Stokjiolmfe V ’.rbandelingtn. XXI I . Stuk , bladz. 382.
(ia) Tabanus , Oculis nigro - puncïatis , Alis maculatis.
Faun, Su(c. 1049,
„ aan het end o f aan de punt. De buitenfte J E*E t.
„ rand der Wiek heeft eene Streek van even
die zelfde Kleur. De Oogen zyn heerlyk Hoofd •
, Verguld en Groenagtig, welke Kleuren ver- £TÜK‘
, wisfelen, naar dat men die befchouwt, en
„ in zeke plaatzing tegen ’t Licht zig als het
, fchoonfte Goud vertoonen. Kleine tittekjes,
, , van eene donkere Purperkleur, zyn als ge-
„ llrooid op deezen Vergulden grond. Het
„ Borftfchild is geelagtig graauw, met drie
„ overlangs daar op loopende zwarte Stree-
„ pen, van boven. De beide voorfte Ringen
„ van het Agterlyf zyn bleek o f geel, met
, , eene groote zwarte gevorkte Vlak daar bo-
, , ven op: de overige Ringen zyn van die
, , zelfde geele Kleur , o f ook fomwylen
„ graauwagdg, en ieder heeft twee langronde
„ zwarte Vlakken, die zo geplaatft zyn, dat tus-
„ fchen beiden een Driehoekig Vakje over-
„ blyf t ; ’t welk maakt, dat, langs de Rug,
„ in ’t midden, als een ry loopt van Driehoe-
„ kige geele Vlakken. Van vooren heeft de
„ Kop twee eenigermaate verhevene, zeer
,, glanzige Vlakken, die zwart zyn, gelyker-
„ wys ook de Snuit, Sprieten en Pooten;
„ doch in fommigen zyn de Schenkels geel-
agtig” .
Een Brems, die weinig kleiner is en nietRouwdraa-
gemeen in Sweeden, wordt thans wegens de8er’
zwarte
I. BtEL, XII, STUK, L 1 5
I
m