* 20 B E S C H R Y, V I N G V A N
AjI eel mer dergelyke KJeuren 5 van grootte als
^ L i l . * Speldekoppen, doch platagtig, van figuur f
Hoofd, dikwijs in menigte aan de Eiken - bladen. Dee-
’ ze zyn van binnen piet hol; maar de Heer
Bazin hadt aan gemelden Heer getoond, dat
onder dit Kapje zeer kleine geelagtige Wormpjes
zaten , op de oppervlakte van het
Blad ( * ) , •
V*
OO Gal-Wespje, dat zwart is, met het Borst*
yan-de geJïreept3 de Voeten graauw 3 de Dy
Sn,“!™ m van onderen zwart,
het Birnd.
De zo bekende Galnooten worden door het
fteeken van dergelyke Infekten voorgebragt.
Z y hebben waarfchynlyk dien naam, van haa-
ie gelykheid aan Nooten, in figuur; grootte
en hardheid. De befte komen u if de L e vant,
van Tripoli 3 S.myrna en Aleppo: die
ïn de Zuidelyke deelen van Vrankryk vallen A
zyn blceker vgn kleur en^ragteloozer. ’t Is
bekend, dat z y fterk famentrekkende zyn, en
derhalyen gebruikt kunnen worden, tot het
ftoppen van de Loop en Bloedvloeiingen-
Men heeft ze ook onder de Koortsmiddelen
geteld ; doch het voornaamfte gebruik, dat
Mem. fier les lm, Tom. MI. Part 2 vLm
*.*4*3 Fig. 8,9; I0. - 'f'V 3- Mem'
(s) Cywps nigra, Thorace li„eate , Pedibus g .f .
MoruuS' liiofus nie-ri'i WS&l o > _ b ucl> ’ -
r /• ~ ' ƒ r * 1SCH< InC j r. T 2 f ^ uS ru ea‘t■h »? 4 7 - RHEp. In*f. , V r, J • Tm 5 ^VEAUM. / f , r I I I , <2Q f
S T e *** V 7- Bl“ “ - * * T->#* * , * “ • 53 * 5 3 . 1 . IO .I I . : .
. B, E G a l -W e s P E N, Ifil
men ’er van maakt’, is om Zwart te verwen W
^n tot Inkt: doordien het Aftrekzel o f Af-* ^
kookzel derzelven, met Vitriool o f zo ge- Hoofdt
naamd Koperrood gemengd zynde, een zwarte STUK‘
Kleur aanneemt.
Onder de Gallen oF Uitwasjes van den Eike-
Boom, die men ’er wel zeven ■ o f agtterhan-
de telt, zyn deeze de grootfte en hardfte van
zelfftandigheid. Men vint.dze harder als fom-
mig Hout, en betgr te breeken, dan te fnyt
den. Veeïen hebben een. rond. gaatje, waar
het Infekt is uitgekroopen, tot in het midden
doorloopende, alwaar ook een kleine ronde
holligheid is. Het fchynen de zodanige te zyn,
waar’ van men fomtyds wel agt o f tien aan de
agter- of. onderkant van één Eikenblad waarneemt,
volgens R o e s e e . In Oktober hadden
zy haar volkomen grootte , doch in September
vondt hy het Wormpje, in de holligheid,
reeds volwaffen, dat naderhand in een Popje
veranderde en vervolgens een Wespje uitleverde,.
De Ouden hebben, uit de Eiken - Gallen;
zig Voortekenen geformeerd. Wanneer men
’Cr een Wormpje in vondt, was een Hongersnood
aanftaande: zb ’er ëen Spinnetje in was,
voorfpelde men de Peft o f besmettelyke Ziekten
: en een V lie g , daar uit te voorfchyn komende
, moeft Oorlog aankondigen. Dit laat-
fte heeft nog onder ’t Gemeen, in de Noord-
fche Landen, plaats; alwaar de Galnooten ,
I. Deel. XII. Stuk* H 5 aan