n a B e s c h r y v i n g v a n
Afdeel aan ^ enc^ van ’f' maar een weinig l.aager,
Ljj# ‘ en tuflchen twee Plaatjes geplaatst; alzo het
Hoofd- Agterlyf van onderen fcherp loopt, zyndeplat-
agtig op zyde. Wat aanbelangt het Kenmerk,
van den Bek met Nypers te hebben zonder
Snuitje; dit is den Gal-Wespen met alle de anderen
gemeen.
s o o r te n , 4 Onder deeze Infekten, hoe klein ook, vindt
men ’er die uitmunten door de fchoonheid van
haaren glans, welke fomtyds dien van Goud en
Smaragden overtreft. Sommigen merken aan,
dat ’er ook zyn die Springpooten hebben, en
daar mede een aanmerkelyken fprong kunnen
maaken, gelyk de Bladzuigertjes. Omftreeks
Parys heeft men drie-en-dertig Soorten van dit
Cellagt waargenomen. Het getal der Soorten
i s , door onzen Autheur, tot veertien bepaald
geweeft, waarby thans twee nieuwe, die men
in Sweeden waargenomen heeft, gekomen zyn.
(13 Gal-Wespje, dat zwart is, hebbende het
. Agterlyf Roejikleurig, van agteren z^joart,
en de Pooten Roejikleurig.
De wilde Roozen, anders ook Hondroo-
, zen
CynI.ip!
R,fl
Gal- Wesp
van de
Roozen.
(1) Cynips nigra, Abdomine ferrugineo poftice nigro, Pe-
dibus tenugineis. S y f t ,. N a t , X . Gen, a-Esf. Tenthredo Antennis
duodecim» nodns mgris, Abdomine fubtus ferrugineo ,
Pedibus flavis, Alis itnmaculatis. Fam.Suec. 938. Blank,
7»T 16 f. V - Z, REaUM. J n f , UI. T, 4Ö, f. j J, & T.
47. f. 1-4.
h È G A L - W E S f E N. l ig
zen genaamd, en by ons gemeenlyk Duinroo- v.
zen, zyn dikwils.met zekere HaarigeKnobbel* ^ 11^
tjes b e z e t, die van de Takjes een foort vanHoQFD-
Bouquetjes maaken , wegens de kleur en figuur' STU*‘
niet onaartig. Sommigen zyn wel zo groot als
een Paarden-Kaftanje in zyn bolfter, doch niet
ftekelig gedoomd , gelyk die, maar zeer ruig
gehaaird mét èen menigte' Van bruinroode Ver
zeltjes, d ie , door het Mikroskoop gezien, zig
plat, en Onregelmaatig ,• op zyde, met Haairtjes
bezet, vértoonen. Deeze Haairigé knobbeltjes
hééft men, weleer, in het Winkelgebruik ge•*
bragt, onder den naam van Spons der Honds-
röozenf, en ze aangemerkt als Geneesmiddelen t
tegen de Roode Loop en Buikloop, tot afdry- Cynos**h
ving van het natuurlyk Water; als ook tegen
den Steen , het Scheurbuik en de Wormen,
De Gifte van deeze Sponsjes, tot poeijer ge-
bragt zyn de , was van een half Scrupel bepaald
tot twee Scrupclcn. Men! hadt ’er ook 4
doch ten onregte, den naam van Redeguar aan
gegeven, dié tot een foort van Diftelen behoort.
Onder de Gallen is *er geen zonderlinge#
Voértbrengzel dan deeze. Z y vertoonen zig
ais een Vrugt van den Boom , en zyn doch
niets anders dan Uitwafl'en door hetileeken
van Infekten veroorzaakt, wier Maskertjes o f
Wormpjes daar in huisveften. Dit blykt, wan-'
riéër men zulk een Sponsje doorfnydt, dewyi
alsdan zig zekere harde Pitten' o f Kernen
I - d e e l . x i i . STUK. H ópen*