Mieren, heeft altoos dit laatfte getal van
Leedjes in de Voeten plaats. LIL**
Het getal der Geflagten van deezen Vyfden Hoofd -
Rang, is agt; waar onder de v y f eerften ge- STUK'
meenlyk Wefpen genoemd o f daar toe betrok- Gen:i8te11
ken worden: het zesde bevat de Byen, in het
zevende zyn de Mieren begreepen, en de ongevleugelde
By maakt het laatfte uit. ’t Getal
der Soorten was tweehonderd negen - en-
twintig: waar van het Geflagt der Rupsdoo-
ders alleen byna een derde, en dat der Blad-
Wefpen, benevens dat der Byen, ieder ruim
een zesde bevat.
L I L H O O F D S T U K .
Befebryving van ’t Geflagt der G a l -W es-
p e n , dus genaamd wegens de Galnoot - agtige
Knobbeltjes of Uüwasjes der Boomen of Kruiden >
waar zy uit voortkomen, en die door hunne Steek
veroorzaakt worden.
T \ o o r Cynipbes heeft men, oudtyds, zeitereNaam.
Muggêtjes verftaan, die zo klein waren,
dat menze eer voelde fteeken, dan zag vliegen.
Men oordeelt, derhalve, te re g t,.d it
woord piet van ’t Griekfch woord Kde», ’t
welkeen Hond betekent, maar van ’t woord
o f , dat Wormpjes waren, die het
Hout uitknaagden, afkomftig te zyn. Cynips
I.deel. x ;i . Stuk, wordt