V,
A fdeel.
XL VI.
H oofdstuk.
Zwart.
IV.
fJorarut'
Mut.
Dezelve is van middelmaatige grootte, en heeft
de Rib der Wieken zwartagtig, als befchree-
ven met witagtige Karakters.
Een andere Soort voert by hem den naam
van zwart Haft ( * ) , zynde van grootte als een
Mug , door Solander waargenomen. Het
heeft de agterfte Wieken ook naauwlyks zigt-
baar: den rand dunner, eenigermaate gehaah'd.
(4) Haft, met de Staart twee - Borjlelig, de
Wieken wit, aan den dikflen rand zwart-
agtig.
Buiten twyfel wordt hier dat allerkleinile
Haft bedoeld, van ’t welke Swammerdam
ze gt, dat men he t, in ons Nederland, Mut
noemt. Deszelfs Gellaltewisfelingen o f Verveningen
badt hy eens, op den Weg van Am-
lier dam naar Slooten zyn de, aan den Heer
T hevenot, zynen grooten begunftiger, ver-,
toond. Myn Vriend heeft dergelyke, zo wit
als bruin v a n L y f, niet boven een vierde Duims
lang o f nog kleiner, te Utrecht waargenomen.
Die Soort, welke Geoffroy met de Mug-ag-
tige van Linnaius gelyk Relt,' was maar twee
Lynen lang. Men vindtze, in ons Land, zeer
algemeen. Doktor Scopoli z a g , in Karniolie
(*) Ephemera nigia , Cauda bifetS, nigra; Alis nigiican*
tibus; inferiotibus minimis. Faun Snee, N. 1478.
.(4) EphemeraCaudi bifeta, Alis alhis matgine craffiorenigri*
cantibus.Fa«», Snee, 754, Ephemera minima. SwAMM. SiWt' 87.
niolie, ook kleine Haftjes. van de laatstgemel-
de grootte. - XLVI.
LiNNiEUs merkt aan, dat dit Haft je als zes Hoofd-
Oogen heeft: twee groote Knobbeltjes, • naa- •
melyk, die de waare Oogen bedekken en in
grootte overtreffen , en bovendien twee zeer
kleine gladde Oogjes, aan de zyden van die
Knobbeltjes. De Wieken enPooten zyn wit.
Het Agterlyf is Aschgraauw, met- witte randen
der Ringen.
Door'deeze Soort is het, dat de Venfter-
glazen, en de Kleederen der genen die in Schuiten
vaaren, o f des avonds aan den Waterkant
wandelen, zodikwils gepoeijerd worden: want
het vliegend Popje van deeze Haften legt zyn
Huidje des avonds a f , enzy fte rven , voor den
volgenden morgen, altemaaL De grootte is
als een klein Muggetje.
H a f t , dat de Staart zonder
Borftels heeft.
(5) H a ft , zander Staartborjlels; de Wieken V;(
gejtreept wit,. s tom p -
ftaartig,
Deeze Soort verfchilt van de voorgaande,
niet alleen, doordien z y geen Draaden aan de
Staart h e e ft, weshalve zy flompfiaartig genoemd
wordt; maar ook, doordien’er een wee-
zentlyke Paaring by dit Haft plaats heeft, gelyk
(5) Ephemera Cauda mutka , Alis albis ftriatis. San». Snee,