V. kleine gladde Oogjes van boven, en heeft van
S L' vooren het gezegde Snuitje, dat bruin is , met
Hoofd'- vier Sprietjes,, twee langere, twee kortere, aan
STÜK- ’t end. Het L y f van het Infekt is zwartagtig
bruin, op de zyden geel,. met eenige Vlakken
van die zelfde Kleur van boven. De Staart,
door de drie laatfhe Ringen van het Agterlyf
geformeerd, is Kailanje-Bruin. Van deeze
drie Ringen o f Leden, is. het uiterfte het dik-
R e , byna rond, en loopt in twee Haakjes uit,
die ’er byna de gedaante aan geeven van een
Scorpioen-Staart. Dit heeft egter, alleenlyk
plaats in de Mannetjes: in de Wyfjes is de
Staart zonder Haakjes. De Wieken, zolang
als het L y f , zyn doorfchynende, met bruine
Aderen en Vlakken: doch in de Kleur der W ie ken
komen aanmerkelyke verfcheidenheden
voor. Men vindt ’er die, in plaats van eenige
Banden van Vlakken, niet meer dan eenen enkelen
zwarten Band hebben, die ongeregeld
dwars loopt over. ’t midden van de W iek ,
wier end insgelyks zwart is. Anderen hebben
dë Wieken volilrekt geheel wit, uitgenomen
dat zwart aan ’t end.
‘ De Verandering van dit Infekt fchynt nog
onbekend te zyn. Dewyl men het op de Velden,
meeft aan den Waterkant, ontmoet,
verbeeldt GeÓffRoy zig, dat het Masder wel,
gelyk die der Muggen, in ’t Water zig kon
onthouden. L inkasüs merkt aan, dat het
meefi
-meeftvoorkomt op de Weiden, daar een groote V.
Soort van Havikskruid groeit, welke op de xl ix^*
Duinen buiten Haarlem ook gevonden wordt; Hoofd-
een Heelteragtig Gewas, hebbende fmalle Bla- ST K'
deren en Zonnefchermswyze Bloemen (*j. Dit
geeft wederom aanleiding tot andere bedenkingen.
Als men dit Diertje vangen wil , fteekt
het zyne Staart op, en fchynt zig te_ willen
verweeren: doch het doet ’-er geen kwaad mede
aan den Menfch. Misfehien zullen de ge.
melde Haakjes, alleenlyk, tot de Paaring behulpzaam
zyn.
C2~) Scorpioen-vlieg, die de Wieken egaal van „ Tiv
1 i . Germanica.
grootte en Glasagtig heeft, aan de tippen^uittcue,
bruin.
Deeze Soort, door den HeerFoRSKAOL
in Duitfchland waargenomenwas de helft
kleiner dan de voorgaande, en hadt de Staart
bleeker.
< 3) Scorpioen - V lieg , die de agterjte Wieken
egaal mn*breedte en uittermaate lang m
"hWPPnH LCoeav‘ant-
Op het Eiland Meteline, en op Stanchio , wel- fcheeer
(*■ ) Hieracium fiaticofum, anguftifoliuni, maj'us. C. C.
Pi», primum. Dod. Sabaudum. Lob. Hieracium umbellatum-
6’fee. PUntar. Ed. II. pag. Ilff*.
(z) PannpA Alis aïcjualibus hyalinis , apice fuscis. Syfi*
Kat. X.
(3) PanorpA Alis pofticis linearibus Jongiffimis. Syfi,
Kar, x. Ephemera Coa. H asselQ_ /r«r. 423. -AH, Sttkb.
2747. p. 17Ó. T. <5. f. 1,
I. DEEL. Xil. STUK, G 3