V. '
A fdeel
LXIV.
H oofd*
STUK.
XL IV,
Pipiens.
Piepende,
XLV.-
SegrJs,
Traags.
XL VI.
Femoral a,
Dikbil»
XLVII.
Inanis.
Ledige.
(44) Vlieg met Borflelfprietenl die glad is
en zwart, hebbende het Agterlyf weder*
zyfc wit gevlakt, de agter/te Dyën ge.
knodft en getand. r
(45) Vlieg met Borfielfprieten, die glad is,
hebbende het Borftfluk Koperagtig, het Ag.
terlyf Roejlkleurig, zwart getipt; de ag-
terfle Dyën geknodfl.
Deeze beiden komen ook voort van Wormen,
die op Plantluizen aazen, en onthouden
zig op veelerley Bloemen.
(46) Vlieg met Borftelfpmten, die glad en
zwart en langwerpig is; hebbende, de agter-
fie Dyën geknodfl en de voorfie Booten rood,
XV. Dunhaairige met gepluimde Sprieten.
(47) Vlieg met Pluimfprieten, dunhaairige
geelagtig; hebbende het Agterlyf dmrjehy«
nende met twee zwarte Gordels. , t
C48) Vlieg
(44) Mufca. Antennis Setariis, glabra nigra $ Abdomins
utrinque aibo maculato; Femoribus poftids clavatis dentatis.
Faun. Suec. 1096.
(45) Mufca Antennis Setariis, glabra; Thoiace fijbameo,
Abdomine ferrugineo, apice nigro; Pemoribus poftids claval
tis, Syfl. Nat. X,
(46) Mufca Antennis Setariis, glabra atra oblonga; pemo.
jtibus poftids clavatis, Pedibusque antids rabris. Syfl. Nat. X.
f47) M u fca Antennis Plumatis, pilofa flavescens; Abdomi-
Be peliucido, cinguiis duobui nigris, Syfl, Nap, X,
(48) Vlieg ,met Pluinfprielen, dunhaairig en V.
zwart; hebbende den voorjten Ring van^ l x T v "*
het Agterlyf wit doorfchynende. H oofd*
(49) Vlieg met Pluimfprieten, dunhaairig en STÜK'’
, zesycnt met het l/ rocrhoofd verguld en de Pe iluce r .s.
Wieken by *t Gewricht .geel. ne°ndeC h y *
Deeze drie zyn van de grootfte Vliegen, die xltx.
jer in Europa voorkomen, Z y worden, ten^ dui'
minfte de middelfte Soort, wegens de Snuit, MiddaSfe*
die niet bloot is , maar in een Scheede verborgen
legt, welke Hoornagtig hard is: om dee ze
reden, zeg jk, worden z y , van den Heer
Geoefroy , in een nieuw Geilagt geplaatft, onder
den naam van mücetia. Dit Geflagt be-
vat drie Sóórten, waai* van de eene den Buik
wit heeft, de andere den Buik zwart,-de der*
de geelagtig (* ) . Indien onze laatfte de aangehaalde
is van Rëaumür ( f ) ; zo komt dezelve
voort Uit geele Voormen, die men in Plag"
gen van Koedrek op de -Landen vindt; zynde,
wegens een grpote;Haak aan den fpitfen
Kop, merkwaardig (4.).
f50) Vlieg
f48) Mufca Antennis Plumatis, pilofa nigra; Abdominis
Segmento primo albo peliucido. F a u n . [Suec. 1073. R at
Jnf.iyt.
■ (49) Mufca A n ten n is P lum a t is , p ilo fa nig ra ,- P r o n te a u r a - 1
tu j A lis b a fi Iu te is . Faun, Suec, i c 7 7 ,
( ) B i f l des I n f env. P a r i s . TOM, H. p, $40.
( f j Rfaum. M em. Tom. IV. Tab. XXVI, f. 10, F a m i
Succ. Ed. II. p, 451.
( 1 ) I l i i . Tabr XII. fig. 11, 12.-
1. Deel. xii, stuk. XI 5