V- den, die bleek zyn, met het Agterlyf en de
ArpEEL. Q0gCn Zvtrart (*). Derzelver Maskertjes o f
H o o fd -Wormpjes, niettemin, lyden aanftoot van een
s t u k . byzondere Soort van Sluipwespjes, die Kope-
rig bruin zyn , met het Agterlyf zwart, de
Pooten wit en de Sprieten korter dan het Lyf.
Haar grootte zal ook niet meer dan die van
een Vloo zyn.
lviii. (58) Rupsdooder, die zwart gebronfl is, met
rmde‘m' bet Agterlyf blaauwagtig, de Pooten
schildlui- graaitfw.
zen, .
De Heer d e G e e r , in de Maand Juny ee-
nige Schildluizen openende van de Olmen, van
eene Soort die dik is en bruin , met witte
dwars-Streepen; vondt dezelven met. kleine
zwarte Popjes gevuld , welke een weinigje
glimmend groen op den Kop en aan den Buik
hadden, en aan welken men, zeer duidelyk, alle
de Lighaamsdeelen onderfcheiden kon, van de
Sluipwespjes, die ’er uit zouden voortkomen.
In twee o f drie Dagen kwamen dezelven te
voorfchyn. Met het Mikroskoop waren zy
zeer aartig te befchouwen, wegens haare donker
groene.zeer glanzige Kleur. Z y hadden de
Sprieten Knodsagtig; het Agterlyf byna rond
en korter dan het Borftftuk; de Wieken zeer
door-
(*) Cynips Quercus Ramuli, pallidus , Abdomiue Oculisque
nigris. Faun Suee. Ed. II, p. 387.. N. 1327.
(58) Uhntumcn m'gro-zncus, Abdominc cceruleicente j Pe-
dibus lividis,, Syjl. Nat. X,
doorfchynende en leggende boven op het L y f ; ^ ,
de twee Netswyze Oogen zwart. Deeze LV_ *
Ichneumons, z e g th y , vliegen al huppelende; Hoofd-
dewyl z y , wanneer menze wil vangen, zig STÜK-
met kleine fprongen in de Lugt verheffen.
C59) Rupsdooder, die zwart is , met den Kop
ros en de Oogen groen.. van de
Rogge.
In de Maskertjes o f Rupsjes van de Kapelletjes
der Rogge-Aairen, huisvefl deeze Soort
van Wespjes, die de grootte, ongevaar, heeft
van een Luis, zynde met een Angeltje, zo
lang als ’t A g terlyf, gewapend,
(60) Rupsdooder, die zwart is, met de Wie- ex,
ken ruig, en daar op een balfmaanswyze neus.
zwarte Klak, de Sprieten byna Draadag-
%
Zekere kleine Rupsjes, welke zig loopgraa-
ven maaken in de zelfftandigheid der Roozc-
bladen, zyn zeer onderhevig, fcelf, van binnen
uitgeknaagd te worden door de Wormpjes van
deeze Soort, byna onzigtbaar klein.
(61) Rupsdooder, die zwart is, hebbende het l x i .
a Al phidum •
Ag- van de
Plantlui-
( 59) ïshrp.unpn niger, Capite rufo, Oculi* viridibu*. Syfi. zen‘
Nat. X.
(60) lehntumon niger, Alis hirfutis, macnli Iunari nigrS:
Antennis fubfiliformibus. D e G e e r . In/, i. T. 30, f. at.
(61) Ieiniumtn niger, Abdomine bafi, Pedibufque anticii,
Genubufque pofticis, flavi*. Faun. Soes. 953, It. GstS. 5*7.
FRISCH. Inf. XI. T. 19.
I.Deel, XII, Stuk, O 3