V.
A fd e e l .
LVI.
H oofdstuk.
lle Kleuren, welken hetzelve met een onver-
beeldelyken luilter vertoont. Om kort te
gaan: alle de Kleuren van den Regenboog zyn
daar o p , in volmaaktheid, afgefchilderd. Op
het Agterlyf vindt men rood, Oranje en geel;
op het Borstltuk groen, blaauw, purper of
paarfch en violet. Alle deeze zeven hoofd-
Kleuren verdwynen als in elkander en maaken
een Voorwerp, dat ongemeen fraay is, wanneer
het befchouwd wordt met een gewapend
Oog. Bovendien heeft ’er een weerfchyn in
hetzelve plaats, die de Kleuren doet veranderen
, naar dat men ’t zelve van boven op o f
van ter zyde z ie t, en op verfchillende wyzen
tegen ’t Licht houdt.
F r i s c h noemt hetzelve, de bonte o f hoogkleurige
Leem-Wesp. Dus kan menze noemen,
zegt h y , dewylze in de Leemen Wanden
, ieder Paar op zig z e lv e , haare Gaten en
Nellen maaken. Z y onthouden zig meelt aan
die zyden der Wanden ofMuuren, welke tegen
’t Oolten ftaan.De oorzaak der veranderende
Kleuren, in dit Infekt, meent hy te zyn , dat
de Oppervlakte, gelyk ik ook waarneem, vol
is van ontelbaare Kuiltjes, die de Kleur, welke
zy van binnen hebben, meelt in zekere
plaatzingen voor 7t Oog brengen: even als dit
in de Weerfchyn-Kapellen door den Itand der
Pluimpjes o f Schubbetjes veroorzaakt wordt.
Z y lteeken en kwetzen als de Byën.
( 24) Goud-Wespje, dat [lerk k I - glinjicrende is , A p Vyy. p y ^
met bet Borstjhik groen , bet Agterlyf twee- LVI
tandig en verguld. Hoofdstuk.
Deeze Soort wordt gezegd viermaal zo klein XX1V. .
te zyn als de voorgaande. vaguid*
(25) Goud-Wespje, dat jlerk glinfterende is, ™fa.
met het Borstfiuk en Agterlyf Remelfch- Hemeifch-
blaauvo, aan de tip drietandig.
Deeze Soort, die in Sweeden huisvelt in de
Houten Wanden o f befchotten, gelykt veel
naar de Schitterende, doch is een weinig kleiner,
en geheel glinlterend blaauw.
Frisch geeft een half Duim langte aan deaiaauw-
grootften van deeze Goud-Wespjes: twee k le i- l^ jg .
nere Soorten, van dergelyke Vuurkleur, hieldt
hy voor de Mannetjes, en dan was ’er nog
een kleine Soort, geheel blaauw groen, zo
wel aan het Agter- als aan het Voorlyf. Dit
komt overeen, met de Kleur van de onze in
Fig. 18 , welke my gezegd wordt een Weltin-
difche te zyn. Dezelve heeft het Agterlyf
ook vierpuntig.
De Heer S o l a n d e r heeft, in Sweeden, een Groen,
dergelyk Goud-Wesp je gevonden, dat geheel
glinlterend groen i s , maar den eerlten en tweeden
Ring van het Agterlyf Goudglanzig rood,
en
(24) Sphex glabra nitida ; Tliorace viridi, Abdomihe Aura-
to, bidentato. S y ji. N a t. X.
(as) S th e x glabra nitida, Thorace Abdomineque ccemleos
apice tridentato. S y ji. Nat. X.
I. DEEL. XII. STUK. Q 4