V. ' C2) Staande V lie g ., die de Wieken mei bruiz
^ LX x !" ne StiPPen gejprenkeld beeft.
POOFDstu
k. Van deeze w a s , in Sweeden, h e tL y f naauw-
Mdi< ^ ^ ner ^an vo o rg a an d e , daar z y van
Middel-*" y e r f c h i l t , doordien de Wieken niet aan den
baare. dikiten rand bruin, maar geheel befprengd zyn
piet bruine Stippen (*).
Pr.. Ju Karniolie vondt D o k to r Scopoli een
XCVïI*. r* r '
f,£. 13,15.Staapde V lie g met geftippelde W iek en van een
h a lf Duim lan g , en dus in groo tte overeenkomende
met die van onze Figuuren 14 en 1 5 ,
w e lk e men m y verzekerd h e e ft to t de Staande
V lie g e n te behooren, D e r z e lv e r Wieken zyn
n ie t gefprenkeld p f g e v la k t , maar £ ilv er-
g la n z ig , en het L y f is zeer fra a y yerfierd met
Oranjekleurige Banden en Maantjes. D e eene
h ee ft het Borstfluk r u ig , de andere ge flre ept.
Kaapiche. Van de Kaap der Goede H o p e fchynt een
Staande V lie g overgezonden te z yn , welke
onder den naam van K a a p fch e , than s, in het
Kabinet van de Koningin van Sweeden g e plaatst
is , en dus ook plaats vindt onder de
Soorten van dit Geflagt. Zy heeft de Wieken
zw a rt g e v la k t , het L y f A fch g ra auw a g tig ,
yan agteren zw a r t ( f j). $
(*) Dus zal het,meen ik , moeten verftaan worden : hoewel
de uitdrukking, in Faun. Suec. Ed, II. p. 471 zeer dub-
Mzinnig is.
(a) Bombylius Alis fufco punaatis. Pet. Gaz. T. 36. f. i .
(tJ Bombylius Capenfts. Syfl, Nat. Ed. XII. p. 1009, Sp. 3.
(3) Staande Vlieg, die de Wieken
fcggft. LX X.
'V 1 H o o f d -
Deeze, driemaal zo klein zynde als de voor-ÏTÜK.
gaanden, en'gely kende naarde afbeelding van^m.
Reaumür , als ook maar de lengte hebbende üeitK<
van een Kwartier Duims , volgens Doktor
S c o p o l i ; zo is het blykbaar, dat de onzen ,
voorgemeld, niet tot die Soort betiekkelyk
zyn, welke geheel met eene roste Wolligheid
bedekt is, en overal van eene zelfde Kleur >
volgens S c o p o l i .
Deeze Autheur vondt nog een andere Soort,
welke L innaïüs thans ook te boek gefield heeft,
als de Vyfde der Staande Vliegen. Dezelve,
is, naamelyk, door den Heer J. C. Fabricius
in Duitfchland ook gevonden. Het L y f was
zwart en klein: het Agterlyf hadt v y f Zilver-
agtïge Stippen , de Wieken waren aan den dikken
rand , van vooren , half bruin. Op de
groene Heuvelen, ia Karniolie, kwam deeze,
zeldzaam, voor
Gemelde Franfche Autheur,van de befchry-vuii-
ving der Infekten omflreeks Parys, de gefield-r !egje'
heid der Sprieten , als gezegd i s , tot een
hoofd-Kenmerk neemende, ook vóór deTwee-
vleugelige Infekten; heeft van de Vliegen ee-
nige Soorten afgefcheiden., en van een enkele
o f
(3) Bombylius Alis immaculatis. U. Scan. 164. PET. GAz.
T. +2. f. 9. REAUM. Inf. IV. T. 8. f. 11-13.
Entomol. Carniol. p. 37*5. No. 1021.
I, Deel. xti. stuk» Pp 4
m m