V. zo aanmerkelyk ver fchi 1, dat ik daar van, naauw-
Afbeel. 2ylcs, in ’t algemeen kan fpreeken. De Pop-
H oofd- Pcn van deeze Infekten, egter, komen hier
stuk. in overeen, dat zy de Lighaamsdeelen, van de-
zelven, niet bedekt o f in scneeden verborgen,
maar zigtbaar hebben, en fommigen zelfs ver-
toonen zig als volmaakte Dieren, met alle noo-
dige Werktuigen tot beweeging, het vangen
van haar Prooy en andere behoeften, ja zelfs
met Oogen, voorzien. Hierom kan men, de
zodanigen , niet met regc • Poppen noemen,
en, dewyl hunne eerfte Verandering dikwils by-
na alleen in eene verwisfeling ‘van Huid be-
ftaat, zou men hun eigentlyker den naam gee-
ven van Tvoeejlaltige Infekten. In de eerfte
Staat vertoonen fommigen zig Rups-ofWorm-
agtig, gelyk die der Water-Uiltjes,, welke in
weezentlyke Poppen veranderen, en dus tot de
Driefkaltige, gelyk de Kapellen, behoor en. Aru
deren, gelyk die der Jufferen en van het H a ft,
zweemen meer o f min naar het volmaakte Infekt,
uitgenomen, dat z y ongevleugeld zyn. In die
van den Mierenleeuw is het verfchil, tusfchen
den eerften en laatften Staat, byna zo groot als
men zig kan verbeelden.
fcieflagten. LlNNASUSTieefi. z » GeJlagten vau Peesvleu-
geligen ; naamelyk de Juffer, het H aft, de
Water - U il, Gaasvlieg , Scorpioen-Vlieg en
5t Kemelshalsje. ’t Getal der Soorten, van
deezen Rang, was maar zestig in ’t geheel.
X L V . H O O F D S T U K .
0 . V*
A fdeel.
XLV.
H oofdstuk.
Befchryvmg <mn het Geflagt der Jufferen of
Libellen , zo. die gemecniyk Rombouten of
Koprebouten , ja ook voel Puiftebyters genoemd
voorden, als de kleineren, daar men den
naam van Juffertjes , in 't byzonder, aan toegeëigend
heeft; voaar onder fommigen uitermaate
dun en lang zyn van Lyf.
Het eerfte Geflagt, in de Rang der Pees- Naam,
vleugeligen, maaken die Infekten uit,
welke men gemeenlyk Juffers , of ook wel
Libellen noemt, naar den Latynfchen naam IJ.
hellula, welke thaös in gemeen gebruik is , en
daar vanafkomftig fchynt te zyn, dat het L y f,
met de Wieken, zig als een Balans vertoont;
byna gelykerwys dit in de Kruishaay plaats
heeft f . DeGriekfche naam, Zygcend, is , der- + z!e
halve, toepasfelyk op beiden; doch in ’t La-
tyn wordt dit Infekt dus, by verkleining, on-
derfcheiden van gedagten Visch, dien men L i-
hella noemt. Weleer was de naam van Per la
in gebruik ; daarvan afkomftig zynde , naar
myn oordeel, dat de Oogen, in fomniige Soorten
als twee Paaiden zig vertoonen; niet wegens
de rondheid yan den Kop, zo Aldrovan-
dus wil; noch, volgens Charleton, wegens
de Kleur van ’t L y f ; welke, maar in zeer
weinigen, gelykt naar die der Paarlen. De
L DEEL. X1L STUIi. A 3 groot